31e zondag door het jaar (b)
Diaken Rob Polet
Basiliek van de H. Nicolaas, Amsterdam
Lezingen:
Jeremia 31, 7-9
Hebreeën 5, 1-6
Marcus 10, 46-52
‘Velen snauwden hem toe te zwijgen’.
Jezus wordt vergezeld door veel mensen maar die werpen een dam op tussen de blinde en Jezus. Blinden waren destijds genoodzaakt om een bedelend bestaan te leiden, een buitenstaander te zijn. Zo ook Bartimeüs, maar als Jezus naderbij komt, laat hij zich niet aan de kant zetten en roept alleen maar harder: ‘Jezus, zoon van David, heb medelijden met mij!
Marcus geeft hier een ironische wending aan zijn evangelie. In het voorgaande gedeelte werd Jezus maar niet begrepen: zelfs de leerlingen bleken maar niet te zien waar het Jezus om ging en wie Hij was. Vorige week nog hebben we kunnen horen hoe Jacobus en Johannes dachten de nabijheid van Jezus te kunnen gebruikten om een ereplaats in de hemel te bemachtigen. ‘Jullie weten niet wat jullie vragen’, kregen ze van Jezus als antwoord.
Vandaag horen we dat uitgerekend de niet-ziende mens heel goed weet wat hij vraagt en vooral: hij vraagt vanuit een diep vertrouwen in Jezus als de Messias die uit het huis van David zou komen. Zijn krachtig geloof breekt door de weerstand van de anderen heen en omdat Jezus daar gevoelig voor is, durft hij zijn geloof en zijn diepe verlangen vrij uit te spreken. De genezing van zijn lichamelijke blindheid is een wonder, maar vooral een bevestiging van zijn diepe vertrouwen. Hij ontvangt uiterlijk als het ware wat hij al in zich droeg: een helder zicht.
Hoe vaak ervaren wij niet de druk om te zwijgen over onze diepste overtuiging, onze verlangens en zeker ook over onze twijfels?
Kinderen vinden het soms moeilijk om aan hun ouders, vrienden en vriendinnen te vertellen dat zij anders zijn dan wordt verwacht. Ouderen ervaren niet altijd ruimte om te uiten wat hun behoeften of zorgen zijn. Binnen gezinnen, families, werkrelaties ontstaat maar al te vaak een al dan niet uitgesproken en vaak ook onbedoelde scheiding van onderwerpen waarover wel en waarover niet vrijuit gesproken kan worden, en soms zelfs tussen wie mag spreken en wie geacht wordt te zwijgen. Hoe vertroostend kan het zijn als je moeder of vader, als je kinderen of je collega’s de ruimte vinden om te luisteren naar jouw overtuiging, verlangens en behoeften en misschien wel net als Jezus durven vragen: ‘wat wil je dat ik voor je doe?’ Het zal niet altijd leiden tot wat je ten diepste verlangt, maar het scheelt al zoveel als er iemand is die echt naar je luistert, en jij je gehoord en gezien voelt. Dat buiten bekend is wat van binnen leeft.
Spreken en zwijgen, ook binnen onze kerkgemeenschap herken we soms scheidslijnen. We zijn blij als er nieuwe mensen bij komen, maar als zij iets willen veranderen zeggen we al snel: ‘zo doen we dat hier niet’. Of: als de pastor dingen zegt of beslist die we moeilijk vinden, dan houden we onze eigen overtuiging maar voor ons. Het kan anders.
Paus Franciscus nodigt ons allen uit om de komende tijd ruimte te maken meer naar elkaar te luisteren en in gesprek te gaan over ons geloof, de kerk die we samen vormen. Afgelopen zondag startte in bisdommen wereldwijd de voorbereiding op een bisschoppensynode met als thema: Een synodale Kerk.
Synode betekent ‘samen op weg’ en aan de basis van deze uitnodiging ligt het vertrouwen dat de heilige Geest leiding en leven geeft aan de kerk als geheel. We zijn samen kerk. Leken, religieuzen, geestelijken: we vormen niet op de eerste plaats een hiërarchie, maar een gemeenschap op basis van ons doopsel.
Hoeveel geloof zit er nog aan de kant van de weg binnen onze gemeenschappen, onder vrouwen en mannen, jongeren en ouderen? Hoeveel geloof is er niet buiten de kerk?
Bartimeüs, de blinde, de bedelaar, vond gehoor bij Jezus vanwege zijn diep doorleefde geloof en de vrijheid die hij nam zich uit te spreken. Hij sloot zich bij Jezus aan op zijn tocht.
Als wij samen op weg gaan, mogen we dat doen vanuit het vertrouwen dat we van elkaar kunnen leren wat geloven in onze tijd inhoudt, wat goed zal zijn voor het geheel van de kerk. Vrijheid van spreken is dan belangrijk, maar misschien meer nog: luisteren en in stilte van gebed onderscheiden wat jouw geloof tot een levend geloof maakt, ook voor anderen. Waar liggen je twijfels?
Een open oor en oog hebben voor het levende geloof en de twijfels van anderen. Zou het diepe verlangen van Bartimeüs, ‘Meester, maak dat ik zien kan!’ in het proces van samen op weg gaan, van leek tot bisschop, ons niet steeds op de lippen moeten branden