4e Zondag van Pasen (b)
H. Nicolaaskerk te Baarn
Pastoor Joachim Skiba

Handelingen 4, 8-12
1 Johannes 3, 1-2
Johannes 10, 11-18

Dierbare zusters en broeders in Christus
Als wij het woord ‘pastoor’ of ‘pastor’ horen, denken we niet direct aan een herder. Het beeld en het begrip van de herder in de kerk is voor velen vreemd geworden.
Misschien komt het omdat we een gemeenschap van gelovigen niet gemakkelijk met een kudde schapen kunnen associëren. Ik ook niet. Ik zou daarom niet gauw tegen een parochiaan zeggen: U bent mijn schaap. Ja, misschien wel tegen iemand die ik goed ken, die het wel zou aanvoelen dat ik dat grappig en niet denigrerend bedoel. Je beledigt immers een mens als je zegt: U gedraagt zich als een schaap. Schaapachtigheid is allesbehalve een deugd en niet alleen in onze tijd.

Bij het evangelie van vandaag mogen wij ons daarom realiseren dat het ons vooral iets over de functie, betekenis van de herder wil vertellen en niet zozeer de kerkelijk schapen beleren wat zij dan zouden moeten doen. De schapen in het evangelie gedragen zich precies zoals het de schapen betaamt. De herder blijkt daarentegen heel verschillend zijn functie in te vullen. Ja, daar is veel over te zeggen. Zeker vanuit de Bijbelse traditie. De profeten gaan regelmatig te keer tegen de herders.

De geestelijke leiders worden regelmatig aangesproken omdat ze ontrouw zijn aan hun roeping. Ze dragen geen zorg voor het volk, maar ze buiten het uit. Ze trekken zich niets aan van verdwaalde schapen. Ze lijken eerder op vraatzuchtige wolven. Ze scheren hun schapen kaal en gebruiken de wol voor eigen profijt.

Daarom praat Jezus in het evangelie over zichzelf niet slechts als een herder, maar als de Goede Herder. Die Goede Herder zorgt voortreffelijk voor zijn kudde en geeft zelfs - indien nodig - zijn leven om zijn schapen te redden.

Jezus heeft zijn leven voor ons - zijn schapen, zijn leerlingen, zijn volgelingen - daadwerkelijk gegeven en daarom blijft hij voor ieder van ons de Goede Herder.
Maar omdat Hij niet meer zichtbaar aanwezig is, heeft Hij zijn herderlijke zorg toevertrouwd aan de mensen. De prefatie van vandaag zal ons de rol van de apostelen in herinnering brengen.

Echter de apostelen en hun opvolgers redden het niet alleen. Ze hebben helpers nodig in het veld, in de frontlinie om de - aan hen toevertrouwde - kudde de zorg van Jezus, de Goede Herder tastbaar te laten merken.
En voor deze mensen bidden we vandaag. Deze mensen nemen dat werk niet zomaar op zich, maar omdat ze zich hiervoor geroepen voelen door de Goede Herder zelf. Daarom heeft deze zondag de bijnaam 'roepingenzondag' gekregen.

In onze tijd (van kerkelijke polarisatie en secularisatie) is het niet eenvoudig om over dit thema te praten. Je kunt iemand gemakkelijk kwetsten, die op een type kerk gebrand is.

Toch denk ik dat we de moeilijkheid niet uit de weg mogen gaan, door - bijvoorbeeld - uit te wijken naar de gedachte dat iedere christen toch geroepen is. Natuurlijk is dat waar en zeer belangrijk, maar voor het thema ‘roepingenzondag’ is het te mager.

Wij zouden het ook flink kunnen aandikken en vanwege de schaarste van de priesterroepingen meer radicale veranderingen voorstellen, als: opheffen van het celibaat en het toelaten van de vrouwen in het priesterambt. Wij zouden dan waarschijnlijk weer genoeg parochieherders hebben en het gebed hiervoor niet eens nodig.

Vandaag bidden we echter niet om een numerieke oplossing van de praktische problemen dat er overal genoeg poppetjes zijn om eventuele vacatures in te vullen. Maar dat wij mannen en vrouwen in de kerk krijgen, die naar het voorbeeld van Jezus, de Goede Herder, hun leven voor hun toevertrouwde schapen - hun broeders en zusters - willen geven.

Laten wij hiervoor van harte bidden.