1e zondag van de Advent (a)
St. Lambertusbasiliek, Hengelo
Pastoor Jurgen Jansen

Jesaja 63, 16b-17.19b; 64, 3b-7
1 Korinthiërs 1, 3-9
Marcus 13, 33-37

Word wakker!
U die wekelijks kijkt naar de tv-mis, de gemeenschap hier aanwezig. U heeft mij nog niet meegemaakt. U zult wellicht bepaalde dingen opvallend vinden; mijn lichaamshouding, mijn stemgebruik, de woorden en beelden van de preek.
Ga uw gang, houd mij in de gaten. Ik zou het ook gedaan hebben.

Maar één ding hoop ik dat u bemerkt, u hoort of verstaat. Dat de focus niet op de celebrant ligt. Want dan sta ik letterlijk iemand in de weg. Elke eredienst komt de Ander de focus toe.
Voor Hem die komende is. Hem die we verwachten. Naar Christus van wie we alles verwachten. Hij die is de verlosser, de Redder, de Messias. Hij die staat aan het begin van ons leven en die ons opwacht bij de voltooiing van ons leven.

Maar soms zijn we afgedwaald van onze weg zodat ons hart verstokt wordt. Zoals de profeet Jesaja het vertelt. Dan zijn we onze oriëntatie kwijt, dan slapen en sluimeren we. We zijn als het ware afgesloten.
Dan kunnen we meer bezig zijn met ons eigen gelijk te behouden, dan om vergeving te vragen aan de Heer. Laten we het lef hebben om aan God en aan de mensen te vragen of zij ons leven willen aanvaarden. In de weg die wij hebben afgelegd. Proberen om opnieuw te beginnen. Eigenlijk staan we dan in sluimerstand. Zoals onze computer. We leven wel, maar niet ten volle met de mogelijkheden die God ons gegeven heeft. We gebruiken niet ons gehele mens zijn zoals God ons bedoeld heeft.

Juist de eerste Advent maakt ons waker uit onze slaap en sluimertoestand. De eerste Advent leert ons opnieuw kijken en uitzien naar Hem die ons oriëntatiepunt wil en kan zijn. Net zoals je met één druk op een knop je computer weer in actie krijgt als die in de sluimerstand is geraakt.
De adventstijd doet ons weer kijken.

De adventstijd doet ons beseffen door te kijken naar onszelf. Op wie zijn wij gefocust? Wie hebben wij in beeld? Met de ogen van de wrok en pijn kunnen we onszelf en de ander soms niet vrij zien van teleurstelling en pijn. Daarmee kan je jezelf en de ander jarenlang kwellen en tekort doen. Daarmee verduisteren wij ook het aangezicht van God.

 Laten we opnieuw beginnen. Opnieuw leren kijken. En opnieuw ons focussen naar Hem die in mijn leven wil komen.

Hij die komende is als de Heiland. Hij die heel maakt in mij wat gebroken en verbroken is. Met dat verlangen en die hoop kan Christus in ons leven komen als de Heiland die wrok ombuigt tot barmhartigheid. Vandaag is de dag om het toe te laten. Wacht niet af.
Want Gij weet niet wanneer des huizes komt…

Dat de eerste brandende adventskaars met verlangen doet uitzien en mag laten zien wie Christus is. Door Christus worden we uitgenodigd, met vertrouwen en optimisme naar de toekomst uit te kijken, die God ons zal geven. Naar Hem zien we uit, en we zullen niet worden teleurgesteld.