3 april 2022
5e Zondag Veertigdagentijd (c)
Plebaan Vincent Blom
Sint-Janskathedraal te Den Bosch
Lezingen:
Jesaja 43, 16-21
Filippenzen 3. 8- 14
Johannes 8, 1-11
In het zojuist gelezen evangelie staat misschien wel één van de meest geheimzinnige teksten uit het Nieuwe Testament: Jezus schrijft, tot tweemaal toe, met zijn vinger in het zand. Waarom staat dat daar en, onze nieuwgierigheid prikkelend: wat heeft Jezus in het zand geschreven.
Het blijft onvermeld.
Met deze symboolhandeling -zo duidt ons de kerkvader Hiëronymus- verwijst Jezus naar het woord van de profeet Jeremia: ‘een ieder die zich van de Heer afkeert is bestemd voor de aarde, is opgeschreven ten dode.’
De mens is broos, maar wanneer hij het aandurft om, zoals die vrouw uit het evangelie, voor Christus te gaan staan, merkt hij het contrast met zijn eigen leven; z’n kleinheid en broosheid, het tekort aan echte liefde tot God en de naaste.
Een tekort zich uitend in woorden, daden of gedragingen die ver van God afstaan en die de genade van ons doopsel, van ons geloof, doen verbleken.
Zonden, fouten, gebreken en tekortkomingen staan voor ons als gelovige mensen altijd in het licht van God. Niet voor niets noemt Paus Franciscus de huidige oorlog barbarij en heiligschennis.
De vrouw uit het evangelie zag haar vonnis getekend. Maar ze zag ook de tekens die Jezus schreef in het zand. Zij vertrouwde haar gewonde leven aan Hem toe. Vrouw, heeft niemand u veroordeeld? Ook Ik veroordeel u niet.
Jezus vergeeft deze vrouw, herstelt haar in haar waardigheid, in haar menszijn.
Broeders en zusters, zo’n tien dagen geleden, op het feest van Maria Boodschap, heeft Paus Franciscus een akte van toewijding aan het Onbevlekt Hart van Maria uitgesproken. In het donkere uur van de oorlog in Oekraïne is de Kerk, zo stelde de Paus, geroepen om te bidden. Om de mensheid als geheel en Oekraïne en Rusland in het bijzonder toe te wijden aan de Moeder van de Heer.
In het lange en indrukwekkende gebed kwamen deze woorden voor:
Heilige Moeder, te midden van de ellende van onze zondigheid, te midden van onze strijd en zwakheden, te midden van het mysterie van ongerechtigheid dat kwaad en oorlog is, herinnert U ons eraan dat God ons nooit in de steek laat, maar ons met liefde blijft aankijken, steeds bereid om ons te vergeven en ons op te wekken tot nieuw leven.
Een gebed om bekering zoals ook de apostel Paulus dat vandaag bidt: ik ben nog niet volmaakt, maar ik streef er naar het te worden.
‘Een ieder die zich van de Heer afkeert, is bestemd voor de aarde, is opgeschreven ten dode’, maar ieder die zich keert tot de Heer zal leven. Of zoals de apostel het zegt: Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding gewaar worden.