30 juni 2024
Basiliek van de H. Nicolaas te Amsterdam
Deken Eric Fennis

Lezingen:
Wijsheid 1, 13-5; 2, 23-24
2 Korintiërs 8, 7-9.13.15
Marcus 5, 21-24.35b-43

Volwassen worden, wie heeft er geen moeite mee gehad? En wanneer ben je dat nou eigenlijk? Als je mag stemmen? Als je eindelijk vijftig bent en Abraham hebt gezien? Of pas als je na een hopelijk lang leven kunt terugkijken op wat je bereikt hebt in je leven? De weg naar volwassenheid vraagt wijsheid en daar heb je soms een heel leven voor nodig om dat te leren.
En dan hebben onze jongeren nog te maken met een maatschappij die enorm veranderd is ten opzichte van vroeger. Met twee werkende ouders wordt vaak van ze verwacht dat ze zichzelf wel kunnen redden. Op school moet meer zelfstandig gestudeerd worden en dagelijks worden ze door de media overspoeld met informatie die ze op een ‘volwassen wijze’ moeten kunnen verwerken.

Kortom, het valt niet mee om volwassen te worden, laat staan om volwassen te zijn! En dat proces van ‘op weg gaan’ vraagt dus wijsheid. Maar ook geduld, want dat heeft alles met wijsheid te maken. Geduld om te kunnen relativeren, om hoofdzaken van bijzaken te kunnen onderscheiden, om echt te ontdekken wat belangrijk is in het leven. Om te ontdekken wie je bent als mens en als schepsel van Hem die je draagt in de palm van Zijn hand.

Want die weg gaan we ook. De weg van het geloof. Een moeilijke weg soms, die we niet kunnen zien en die vaak alleen maar vragen oproept. En daar lijkt met name de jeugd het massaal te laten afweten. Maar ook daarbij wordt verwacht dat ze het zelf wel ontdekken.
Hoe dan? Is dat niet de vraag die wij ons als ouderen en opvoeders moeten stellen? Hoe kunnen we hen perspectief bieden, hoop geven en enthousiast maken?

Hier ligt een gewetensvraag voor ons als volwassen gelovige. Catechese geven of een gesprek over het geloof voeren, is meer dan alleen kennis overdragen. Het is de weg naar het leven wijzen, naar God, naar hoop en liefde.
Maar die weg kan mij als volwassene nog dagelijks bezig houden. Want wie is God voor mij? En wie is toch die zoon van Hem? Wat wordt er over Hem gezegd? En durf ik mij daarvoor open te stellen?

Het evangelie van vandaag lijkt te gaan over een spannend wonder, maar Jezus wijst op iets anders. Het verhaal laat vooral zien dat, als je buitengesloten wordt en er geen aandacht aan je wordt besteedt, de energie letterlijk uit je leven weg kan lopen.

Vandaag zegt Jezus tegen een meisje die anderen voor dood hielden: ‘Sta op.’ Ze was 12 jaar, groep 8, maar in het oude Israël de leeftijd waarop een meisje officieel geacht werd volwassen te zijn. De vraag is of mensen in haar omgeving wel het geduld hebben gehad om te zien of ze werkelijk dood was? Misschien voelde ze te veel druk, zich niet gehoord en kon ze daar met niemand over praten. Was zij wel voldoende begeleid op haar weg naar volwassenheid? Of hebben de anderen gewoon niet doorgehad dat ze hulp nodig had. Ze zitten er behoorlijk mee, want anders zouden ze Jezus er niet bij roepen.

Jezus neemt de tijd, zegt verder niets en steekt z’n hand uit alsof Hij wil zeggen: ‘ik snap je angst om groot te worden, je angst om wat er gebeurt in je lijf, je hoofd en je hart. Je angst om op eigen benen te staan. Angst om de volle verantwoordelijkheid voor het leven aan te kunnen’. En dan gebeurt er een wonder. Ze staat op! Jezus zegt niet: ik til je wel even op. Nee, ze zal het zelf moeten doen, maar ze voelt zich wel begrepen en gesteund.

En die herkenning houdt ook ons op de been, want als gelovige volwassen worden betekent; ontdekken dat God degene is die altijd geduldig met je is en bij wie wij ons allemaal, jong of oud, kind mogen voelen; beschermd, geborgen en veilig. Maar dan moeten wij wel het geduld hebben om God in ons leven te ontdekken. En dat begint domweg door Hem toe te laten. Geloven in God is daarom geen beredeneerbare theorie, maar allereerst een mysterie dat we in iedere levensfase waarin wij ons bevinden opnieuw mogen ontdekken.

Sta op, zegt Jezus niet alleen tegen het meisje uit het evangelie, maar ook tegen ons!
We moeten het zelf doen, maar mogen ons wel gesteund weten door Hem die ons leven draagt. Want het is met vallen en weer opstaan dat we volwassen worden en daar zullen we hopelijk iedere dag weer verder in groeien.