7 juli 2024
Kathedrale Basiliek St. Bavo te Haarlem
Mgr. Jan Hendriks

Lezingen:
Ezechiël 2, 2-5
2 Korintiërs 12, 7-10
Marcus 6, 1-6

Hebt u dat ook weleens dat U bij een bepaalde persoon al meteen een afkeer voelt? Dus, dat U een bepaald iemand als onprettig ervaart, niet graag met die persoon te doen hebt? En hoe komt dat dan? Ligt het aan die persoon? Aan wat die ander bij U oproept? Of ligt het ook een beetje aan uzelf en aan ervaringen uit het verleden?

Jezus wordt in het evangelie vandaag afgewezen, ze moeten Hem niet, het zijn mensen die Hem wel kennen, Jezus is een dorpsgenoot. Maar ze hebben al lang een bepaald beeld van Hem en hun oordeel hebben zij ook al gevormd. Daar past niet in dat Hij een profeet en wonderdoener zou zijn, wat denkt ie wel niet!? Hij moet zich niets verbeelden!

Zo ongeveer gaat het in feite vaak, ook nu!
Er zijn mensen tot wie we ons aangetrokken voelen en mensen die we als niet-sympathiek ervaren, mensen die ons afstoten en mensen die ons aantrekken. Mensen over wie we al lang een vaststaand oordeel hebben of die ons aan iets naars uit het verleden doen denken. Maar hoe gaan we met die gevoelens om? En kun je misschien toch iets goeds in die ander ontdekken?

In het geval van Jezus speelt een rol dat God ervoor gekozen heeft om mens te worden, Jezus kwam tot ons als een eenvoudige persoon, de zoon van een timmerman. Kun je terwijl je een gewone mens ziet, toch nog God en Gods werk in Hem ontdekken? Zie je alleen het storende, beperkte of kun je ook het wonder aanschouwen?
Dat geldt ook wel voor de Kerk met alle fouten en het al te menselijke dat daarin te vinden is, kun je dan nog Gods werk erin ontdekken of stoot het je alleen maar af?

En het is al niet anders bij onszelf en bij onze medemensen: we kunnen ons ergeren aan een of andere eigenschap, ons storen aan allerlei hebbelijkheden; en misschien dat we daarbij zelf ook af en toe onze eigen ontoereikendheid ervaren; kun je dan het werk van God nog zien, dat die ander en jezelf naar Gods beeld en gelijkenis geschapen zijn? Dat je er oog voor moet krijgen om de wonderen te kunnen zien?

Waar mensen samenwerken of anderszins met elkaar verbonden zijn, kan het natuurlijk ook juist heel goed gaan en dan ervaren mensen vaak dat zij elkaar aanvullen, ook al zijn ze anders, verschillen ze van elkaar; de één heeft bepaalde kwaliteiten, een ander is daar juist niet goed in, maar heeft wel weer andere gaven. Dat is iets heel moois! Ook al is die ander heel anders, mist die persoon wat jezelf wél hebt, als je niet focust op dat gemis, op wat je maar niks vindt in die ander, dan kun je misschien de gaven en talenten ontdekken die Onze Lieve Heer wél aan die persoon geschonken heeft.

Dat wij mensen zo verschillend zijn van elkaar, is niet voor niets: we kunnen niet alles zelf, we zijn allemaal beperkte mensen maar als we dat gegeven goed oppakken, kan er iets heel moois ontstaan:  synergie, heet dat; we vullen elkaar aan, zo zijn we werkelijk één lichaam waaraan ieder het hare of zijne bijdraagt. Waar we samenwerken, een ander respecteren en waarderen daar ontstaat gemeenschap en alles wat we samen doen wordt mooier. Niet voor niets heeft de goede God ons geschapen als sociale wezens. Die gerichtheid op sámen, op gemeenschap en cohesie, is in onze samenleving heel hard nodig.

Vandaag in het evangelie gaat dat dus anders! De mensen van Zijn vaderstad horen wijsheid als Jezus spreekt, ze zien wonderen die Zijn handen verrichten, maar ze kunnen niet door het “gewone” van Jezus heen kijken het ergert hun dat die gewone jongen iets bijzonders zou moeten zijn, ze voelen een afkeer en nemen er aanstoot aan. Ze moeten Hem niet.

Natuurlijk hebben we onze gevoelens, onze afkeer kan zomaar spontaan naar boven komen. Maar het is de kunst het wonder in een ander te zien, dat beeld van God wat die persoon óók is. De goede God houdt van die mens, met wie je het zelf misschien wat moeilijk hebt. Ook die mens is een kind van God. Het helpt de gemeenschapszin als we een ander met die ogen van God kunnen bekijken.

Een beetje doen we dat al wanneer we voor iemand bidden en Gods zegen vragen voor een persoon die we misschien niet zo graag mogen.
Kijk met liefde, kijk met geloof en de hoop dat het goede in die ander steeds meer naar voren zal treden. En probeer te verbinden....