28e Zondag door het jaar (c)
Pastoor Wiel Wiertz
H. Willibrorduskerk, Hulst

Lezingen:
2 Koningen 5, 74-77
2 Timóteus 2, 8-13

Lucas 17, 11-19

Zeg eens netjes dankjewel tegen tante… Wellicht herinnert u zich ook die aansporing uit uw eigen leven. Ons wordt geleerd dat het netjes is om dankjewel te zeggen. Blijkbaar zit dat niet vanzelf heel erg in ons DNA. Daarom is het onderdeel van onze opvoeding.
Dankjewel zeggen. Er is zoveel om dankjewel voor te zeggen. Kijk om je heen. Open je ogen. Mensen overal op ons pad verdienen onze dank. God mogen we danken, elke dag opnieuw.

We vinden het niet gemakkelijk om dankjewel te zeggen. We vinden heel veel vanzelfsprekend. Dankjewel zeggen brengt ons op de één of andere manier in een ongemakkelijke positie.

Van de tien melaatsen uit het Evangelie die naar Jezus komen en om genezing vragen, zal er uiteindelijk één naar Jezus terugkeren om Hem te bedanken. De negen andere zijn dankbaar en vinden het geweldig dat ze genezen zijn en er weer helemaal bij horen. Maar dankjewel gaan zeggen, vinden ze blijkbaar overdreven. Dingen gaan zoals ze gaan. Ze gaan over tot de orde van de dag.

Eén van de tien, dat is tien procent, vindt dat er reden genoeg is om naar Jezus terug te keren om hem persoonlijk te bedanken. Een van de tien heeft een duidelijke verbinding met Jezus gevoeld en ervaren. Zonder de tussenkomst van Jezus zou ik niet genezen zijn. Dat voelt hij diep van binnen. Dat weet hij. Hij gaat naar Jezus terug.

Hij heeft gevoeld, gezien en ervaren wie Jezus werkelijk is en wat Jezus vermag. Jezus heeft de macht om te genezen. Die ene melaatse mocht dat aan den lijve ervaren en erkennen. Die ene melaatse gaat terug om Jezus te bedanken.

Wellicht herinneren wij ons uit ons eigen leven een situatie waarin het niet moeilijk was om te bedanken. Je was zo blij en zo vervuld van dankbaarheid dat je danken moest en je wilde het maar al te graag. Maar dat is lang niet altijd zo.

Voor die ene melaatse was zijn genezing door Jezus zo’n moment. Hij stond er helemaal voor open om de intensiteit van zijn genezing tot zich door te laten dringen. Genezing is niet vanzelfsprekend. Jezus is hierbij duidelijk van betekenis. Zonder Jezus is er geen genezing. Hij moet naar Jezus terug. Om Hem te danken.

Vandaag is deze melaatse een voorbeeld voor ons. Neem alles wat om je heen en met jou mag gebeuren niet als te vanzelfsprekend. Wees dankbaar. En ben niet te slordig in bedanken. Realiseer je aan wie je dank verschuldigd bent. Spreek die dank uit. Face to face. En als Jezus jouw dank verdient: ga niet achteloos aan Hem voorbij.
Zeg eens netjes dankjewel tegen Jezus