Na twintig jaar columns te hebben geschreven voor het weekblad Margriet, het kookboek (Zonder Fratsen) én een persoonlijke ode aan 60 jaar levenservaring (En Bedankt!) heeft Anita een nieuw podium gevonden op de website van KRO-NCRV. Hier deelt ze haar verbijstering, ontroering en vreugde over al wat het leven brengt.

Rijden ze met dezelfde verbazing als ik, stapvoets? Met dezelfde berusting? Aanvankelijk probeerde ik de toegenomen drukte te negeren en af te doen met geruststellende mantra’s als ‘toeval’ of ‘één zwaluw maakt nog geen zomer.’ Inmiddels zijn filemeldingen van 300 km plus geen uitzondering meer. Net zo min als de onafzienbare rijen vakantiegangers op Schiphol die verbeten hun recht op een vliegvakantie verdedigen. ‘Chaos!’ koppen de kranten. Ons plan om deze zomer nu eindelijk eens een keer naar IJsland te gaan ging subiet de ijskast in. Pun intended.

Terug naar het oude

In populaire winkelstraten heb je gewoon weer je ellenbogen nodig en ook zag ik mensen drie kussen uitwisselen. Hallo! Waren we daar niet helemaal klaar mee?! En weet je nog hoe we genoten van de afwezigheid van de toeristenhordes inclusief hun rolkoffers? Met stip het meest gehate geluid van het oude normaal. U weet wel, die felbegeerde staat waar we zo naar verlangden tijdens de pandemie. ‘Be careful with what you wish for’ slaat hier maar weer eens de spijker op de kop; we krijgen precíes waar we zo naar verlangden. We konden niet wachten toch?

Nederland was toch zo mooi?

Maar… hoe zat het ook alweer? We waren toch ook wakker geschud door oorzaak en gevolg aan elkaar te koppelen? Daarom zouden we het na de pandemie en de daarmee gepaard gaande lockdowns toch allemaal helemaal anders aanpakken. We gaan minder consumeren en vliegen niet meer voor iedere vakantie de hele aardbol over. Nederland bleek namelijk bij nader, weliswaar gedwongen, onderzoek hartstikke prachtig te zijn en veel te bieden te hebben. We gaan voortaan uit van de menselijke maat en het hoeft geen betoog dat we voortaan de fiets pakken in plaats van de auto. We predikten kleinschaligheid, duurzaamheid, lokaal én natuurlijk. Niet langer de focus op old school welvaart maar op toekomstbestendig welzijn. Wat een goed idee. Terwijl ik op mijn matje in de tuin m’n buikspieren in conditie probeer te houden spreken de witte strepen hoog boven mij in de lucht boekdelen. En oja, er is ook weer vogelgriep uitgebroken.

Moed hebben om keuzes te maken

Het is een wonderlijk mechanisme; jarenlang overtoept de ene onheilstijding de andere over de staat van onze planeet en menselijk leed. Het laatste wapenfeit hoorde ik eerder deze week. Als we niet hier en nu en wel meteen alles anders aanpakken wordt de 1,5 graad opwarming al in 2027 bereikt. Tel even mee, dat is over VIJF jaar. Niks toekomstig rampscenario. Hier en nu. Zandstormen, orkanen, hittegolven, ontdooiende permafrost, enorme bosbranden en een wereldwijde epidemie ten spijt, gaan we gewoon op de oude vervuilende voet voort. Gegijzeld als we zijn in onze gewoontes en verworvenheden. Het is om moedeloos van te worden. Maar dat is nou juist het laatste wat ik wil! Ik wil moed houden én moed hebben. Moed om te doen wat moet worden gedaan. Moed om daar een prijs voor te betalen. Moed om tot actie over te gaan. Moed om over mijn eigen schaduw heen te stappen. Moed om prioriteiten te stellen. Moed om welzijn boven welvaart te laten gaan. Moed om niet alles politiek te maken. Moed om het heft in eigen hand te nemen. Moed om mijn zekerheden overboord te zetten. Moed om vanzelfsprekendheden vaarwel te zeggen. Moed om keuzes te maken. Dat moet!