Goede voornemens stellen in januari? Annemiek doet dat liever in september al. ‘Zelf heb ik in september meer zin in een schone lei dan in januari. Het voelt natuurlijker.’
Ook al wacht de meesten van ons geen nieuw schooljaar, de periode na de zomervakantie heeft er toch altijd iets van weg. Je snuffelt in de verte al wat herfstgeur op.
Als je moeder je zou vragen of je al kaftpapier voor je schoolboeken hebt gehaald, hoe het met de staat van je fietsbanden is gesteld en of je nieuwe agenda bevalt zou je niet eens vreemd opkijken. Een goed voornemen zou nu helemaal niet zo misplaatst zijn. Zelf heb ik in september meer zin in een schone lei dan in januari. Het voelt natuurlijker.
'Taken worden hobby’s en afspraken zijn uitjes'
Hoe zou het zijn als we de komende tijd het woord ‘moeten’ vervangen door ‘willen’. Ik moet nog boodschappen doen, moet nu naar de kerk, moet naar m’n zus, moet naar kantoor.
Probeer het eens voor de pure lol: ik wil naar m’n werk, ik wil de schuur nog opruimen, ik wil de buurvrouw even een glimlach komen brengen. Werk wordt zo vrijwilligerswerk, karweitjes veranderen in partijtjes, taken worden hobby’s en afspraken zijn uitjes.
Is het werkwoord willen je te koud dan kun je het speels afwisselen met mogen. Ik mag weer stukjes schrijven voor de gids. Wat heerlijk eigenlijk. Zo ontspringt het gevoel van bevoorrecht te zijn en wordt alles om je heen je wonderlijk te moede. Onze handelingen krijgen er kleur van. En de herfst bloost ook al.