De huisschilder van Annemiek schiet maar niet op. Om niet ontmoedigd te raken bedenkt ze een spel. ‘Als hij m’n buitenboel doet, zal ik me eens bemoeien met zijn binnenboel. Benieuwd hoe lang hij het uithoudt hier.’
Het begon veelbelovend. Toen ik de voordeur openmaakte, sprak hij verrast: ‘De verwondering!’ Kan nooit kwaad, een huisschilder die naar levensbeschouwelijke tv kijkt. Bovendien zag hij er leuk uit. De offerte die hij voor de buitenboel maakte was ook aantrekkelijk. Dus sleutel overhandigd. Beginnen maar!
Inmiddels is dit meer dan een jaar geleden. Er is een half zieke werknemer die halve dagen werkt. En dan nog het Hollandse weer. Alle begrip natuurlijk. Misschien een beetje te veel. Ik begon te vermoeden dat klanten met minder inlevingsvermogen voorrang kregen. Maar ja, de vissershut staat er al honderdvijftig jaar. Kan ’t schelen.
Maar gisteren bleek bij thuiskomst de voordeur een tikje bewerkt te zijn. Die ziet er niet uit nu. Handtekening van de schilder. Hij is kennelijk begonnen.
'Als hij m’n buitenboel doet, zal ik me eens bemoeien met zijn binnenboel'
Vandaag is het stralend weer, maar geen verfboy te bekennen. In de jaren tachtig was er een tv-serie over een presentatrice en een huisschilder die nooit meer weg ging en zich overal mee bemoeide. Had ze een ingewikkeld telefoongesprek, dan becommentarieerde de knaap luidkeels de onderhandelingen. Heel geestig.
Zijn verfklus duurde zes jaar, googelde ik net op. Zoiets staat me natuurlijk ook te wachten. Waarvan zal ik mijn schilder eens deelgenoot maken? Ik begin er zin in te krijgen. Als hij m’n buitenboel doet, zal ik me eens bemoeien met zijn binnenboel. Benieuwd hoe lang hij het uithoudt hier.