Worst, ham, salami of spek? Voordat varkensvlees vlees werd, ging het door het leven als dier. En ook dieren kunnen ziek worden. Bij het grootste slachthuis van ons land, die vooral varkens uit grote stallen verwerkt, blijkt dat één op de vier gezond geslachte varkens iets onder de leden heeft gehad.
Keuringsopmerkingen bij varkens
Van alle Nederlandse varkens komt bijna de helft aan zijn eind in de slachthuizen van Vion. 7,5 miljoen per jaar. Dik 20.000 per dag. En op de website van Nederlands grootste slachthuis kwam de Keuringsdienst iets merkwaardigs tegen.
Een doodsimpel diagram dat de wenkbrauwen doet fronsen. Bij een kwart van de gezond geslachte varkens zou er toch iets aan de hand geweest zijn met de lever, longen, huid, poten of het borstvlies. Beschadigd borstvlies staat echter bovenaan de lijst met 17%.
De dokter komt zo
Voordat de dieren geslacht mogen worden, moet het slachthuis eerst een keuring aanvragen bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Een dierenarts voert een keuring uit om de gesteldheid van de varkens vast te stellen op de laatste dag van hun leven. De arts bepaalt op basis van de keuring of de dieren slachtrijp zijn. Hebben de dieren een afwijkende houding? Zijn er dieren met abcessen? Daaraan kan de arts vaak al zien of het varken ziek is of niet.
Toch wordt ook op de slachtlijn nog een keuring uitgevoerd om te zien wat de varkens onder de leden hadden. Want pas tijdens de slacht wordt gezien dat een varken niet altijd gezond is geweest.
Volgens een varkenshouder in de uitzending wordt elke minimale afwijking genoteerd. Een vlekje op de longen, lever of een ontsteking aan de poot bijvoorbeeld. Zo kom je al snel op een behoorlijk percentage uit, aldus de varkenshouder. Maar is het echt zo onschuldig?
Niet mals
Volgens varkensboer en dierenarts Kees Scheepens is zo’n borstvliesontsteking niet mals. ‘Het is moeilijk in te schatten hoe pijnlijk het is voor een varken, maar als je nagaat hoe heftig een borstvliesontsteking bij mensen kan zijn, schat ik in dat een varken daar wel degelijk last van heeft.’
Moeten we ons zorgen maken, of is het onvermijdelijk dat veel varkensstallen voor een kwart dienstdoen als ziekenboeg?
Meer dan één boosdoener
Volgens een kleinschalig slachthuis is het een combinatie van factoren. Hygiëne, schaal en bepaalde varkens die vatbaarder zijn voor dierziektes bijvoorbeeld. Een griep of een ventilatiestoring als gevolg van tocht in de stal kan de boosdoener zijn. Daardoor gaan de varkens hoesten en blijft er langdurige schade op de longen aanwezig.
Varkens voor grootschalige slacht worden vaak op een manier gehouden die ervoor zorgt dat varkens sneller kwetsbaar zijn voor dierziektes. Maar waarom kiest de grootschalige veehouderij er dan toch voor om varkens op deze manier te houden, als ze weten dat dit voor meer dierziektes zorgt?
Goedkoop vlees
Volgens dierenarts en expert op het gebied van varkensziektes Arie van Nes is het zo makkelijk nog niet. Het heeft namelijk te maken met de hele bedrijfsvoering. Er zijn flinke investeringen nodig om de bedrijfsvoering te veranderen. En dat vinden veel varkenshouders een te groot risico. Want het afschalen van het aantal varkens zorgt er ook voor dat het vlees duurder wordt.
Mensen zijn gewend om een goedkoop lapje vlees te kunnen eten, en als de consument ineens meer moet betalen voor het vlees van de ene boer, kiezen ze mogelijk voor de boer die goedkoper vlees aanbiedt.
Investeren in gezonde varkens
Arie van Nes zegt dat de snelste – maar ook meest drastische - manier om het percentage dierziektes onder varkens zo laag mogelijk te houden is door de stal leeg te maken en nieuwe varkens te kopen.
Die nieuwe varkens zijn vrij van een aantal kiemen, virussen en bacteriën die luchtwegaandoeningen veroorzaken. Verschillende modellen geven aan dat de varkenshouders deze investering binnen drie jaar zouden terugverdienen. En daar krijg je gezonde varkens voor terug.
Verbetering is mogelijk
Het is dus vooral een kwestie van geld. Want als mensen het echt willen, zou het percentage dierziektes onder varkens wel degelijk omlaag kunnen.
Met behulp van gezamenlijke inspanning van de Gezondheidsdienst voor Dieren, praktiserende dierenartsen en varkenshouders kunnen stappen gemaakt worden om het aantal dierziektes terug te schroeven. Uiteindelijk is dat beter voor de dieren, boeren en de opbrengst, zegt Linda Verriet van Branchevereniging Varkenshouderij in de Keuringsdienst van waarde-aflevering.