Het was de afgelopen week overal te zien en te lezen: de familie Jelies, bekend van Een huis vol, is van plan om deze zomer Tollebeek te verlaten om zich te vestigen in Spanje. We spraken de familie over de aanstaande plannen. Hoe is de droom ontstaan en hoe zien de komende maanden er voor de familie uit?
Hoe is de droom om te emigreren naar Spanje ontstaan?
De droom van de familie Jelies ontstond in de zomer van 2018. ‘We zijn in 2018 voor het eerst op familievakantie geweest in Spanje. Ik was toen in verwachting van Williene. Daar kregen we gelijk bij aankomst zo’n warm gevoel en sindsdien komt iedere keer, als we het over emigreren hebben, Spanje ter sprake’, vertellen Janneke en Johan.
Maar waarom nu? ‘We hebben de knoop doorgehakt om deze zomer te emigreren omdat onze kinderen nu nog op een leeftijd zijn dat ze mee willen en kunnen.’ Met een knipoog voegen ze daar nog aan toe: ‘En ze nu nog niet állemaal verkering hebben.’
Wat gaan jullie het meeste missen aan Nederland?
‘Dat is absoluut onze kerkelijke gemeente, de familie, de buren en onze vrienden. We hebben goede afspraken gemaakt en gaan proberen elkaar genoeg op te zoeken. Er zijn buren en vrienden die al hebben aangegeven om ons bij de verhuizing te helpen.’
Wat vinden de kinderen van deze stap?
Toen Janneke en Johan de knoop doorhakten, stond niet iedereen in huize Jelies direct te springen. ‘De reacties onder onze kids zijn verdeeld. Met de oudsten hebben we eerst goed gepraat en de negatieve en positieve dingen tegenover elkaar gezet. Om zo een balans te krijgen. Uiteindelijk is elke stap die we maken voor de toekomst van onze kinderen.’
De jongere kinderen waren enthousiaster dan de oudsten over hun Spaanse avontuur. ‘De kleintjes vinden het heel spannend, maar kijken er vooral heel erg naar uit. Jennie vindt het geweldig en kan niet wachten totdat we gaan. Zij maakt al plannen om haar vriendinnen in Spanje uit te nodigen.’
In tegenstelling tot Jennie waren Albertine en Harrie niet gelijk razend enthousiast over de verhuisplannen. ‘Maar ze krijgen er nu al wel meer zin in.’ Aida ziet er het meeste tegenop. ‘Ze heeft natuurlijk Sven, haar vriendje, wat het voor haar niet makkelijker maakt. We hebben heel goed contact met de ouders van Sven. Ze zal daar altijd een plekje hebben op de momenten dat ze in Nederland is en voor Sven en zijn familie geldt dat andersom ook.’
'Ze zal daar altijd een plekje hebben op de momenten dat ze in Nederland is en voor Sven en zijn familie geldt dat andersom ook.'
Ze vervolgen: ‘Het was in het begin wel schrikken en nog steeds is het lastig. Maar ze weten ook dat ze elkaar altijd kunnen bellen en we elkaar echt blijven zien al zal dat natuurlijk niet meer iedere week zijn.’
Hoe zien jullie komende maanden naar aanloop van jullie Spaanse avontuur eruit?
Er moet nog een hoop gebeuren en de komende maanden staan bij de familie Jelies dan ook volledig in het teken van voorbereidingen. ‘In de eerste plaats moeten we ons huis verkopen. Daarna zal de rest van het regelwerk beginnen. Johan en ik gaan binnenkort een weekje naar Spanje om de zaken daar te regelen.’
Maar in de hectische periode die de familie tegemoet gaat, is er een moment van rust gepland. ‘We gaan heerlijk met elkaar naar Luxemburg. Daar kijken we erg naar uit.’
Waar hopen jullie over vijf jaar te zijn?
‘Wij hopen dat we een goede gemeenschap hebben gevonden waar we iedere zondag bij elkaar kunnen komen, de kinderen op hun plek zijn en kunnen zeggen dat we vijf jaar geleden een goede beslissing hebben gemaakt. Dat we vloeiend Spaans kunnen spreken en dat we in Spanje een mooie ‘finca’ hebben gevonden.’
En voor die mooie ‘finca’ die ze hopen te vinden, hebben ze alvast mooie plannen. ‘We hopen dat we daar gezinnen kunnen uitnodigen die graag naar Spanje op vakantie willen, maar het niet zo breed hebben. Om zo ook hun een vakantie te gunnen. En daarnaast natuurlijk onze familie en vrienden mogen ontvangen.’
Maar, besluiten Janneke en Johan: ‘Het allerbelangrijkste is dat we over vijf jaar nog steeds een hecht gezin zijn dat alles met elkaar mag beleven. En dat God onze leidsman mag zijn.’