De zalige João Fernandes (1547-1570) was een Portugese jezuïet die vereerd wordt als een van de Veertig Martelaren van Brazilië.
João Fernandes werd in 1547 in Lissabon geboren. Al op zeer jonge leeftijd toonde hij interesse in het leven van Jezus. In april 1568, op zeventienjarige leeftijd, trad hij toe tot de Sociëteit van Jezus in Coimbra.
In 1570 sloot Fernandes zich aan bij een groep novicen van de jezuïetenorde onder leiding van pater Inácio de Azevedo die zich geestelijk en lichamelijk aan het voorbereiden waren op hun leven als missionaris in Brazilië. Op 5 juni van dat jaar ging hij aan boord van het koopvaardijschip São Tiago, gevolgd door 39 anderen, onder wie Inácio de Azevedo.
Op 15 juli 1570, terwijl ze in de buurt van het eiland La Palma voeren, werd het schip São Tiago aangevallen door een vloot van vijf schepen van hugenoten die als kapers de zeeën onveilig maakten. Zij hielden de missionarissen vast en onderwierpen hen aan folteringen.
De dood van pater Inácio de Azevedo en zijn 39 metgezellen door de handen van de calvinistische kapers was het grootste collectieve martelaarschap van de nieuwe tijd en had enorme gevolgen in heel Europa.
Paus Pius IX erkende het martelaarschap van de veertig missionarissen en verhief hen tot de eer der altaren op 11 mei 1854. Hun feestdag werd 17 juli.
Hoewel ze hun Zuid-Amerikaanse bestemming niet bereikten, werden de zalige jezuïeten Inácio de Azevedo en João Fernandes en de 38 anderen bekend als de ‘Martelaren van Brazilië’.