Het Magnificat, oftewel de Lofzang van Maria, is een canticum in de liturgie van de Katholieke Kerk. De tekst ervan wordt in het Lucas-evangelie letterlijk uitgesproken door Maria.

Herkomst

De tekst van het Magnificat is te vinden in het Lucas-evangelie (Lucas 1, 46-55). Maria, op dat moment al in verwachting van Jezus, bezoekt haar nicht Elisabeth en antwoordt op dier begroeting met het uitspreken van het loflied Magnificat anima mea Dominum ('Hoog verheft nu mijn ziel de Heer'). De tekst van het gebed wordt een canticum, of kantiek genoemd, namelijk een gezang waarvan de tekst letterlijk afkomstig is uit de Heilige Schrift.

Gebruik

Het Magnificat maakt deel uit van de officiële liturgie van de Romeinse Ritus. Het wordt tijdens de Getijden gezongen aan het einde van de Vespers, gevolgd door 'Eer aan de Vader en de Zoon en aan de Heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen'. Evenzo wordt het gezongen in het lutherse avondgebed en in het anglicaanse Evening Prayer. In de oosters-orthodoxe liturgie maakt het gebed deel uit van de Metten. Daar wordt na ieder vers een zogenoemd troparion (een korte hymne) gezongen.

Catechismus 

Het Magnificat wordt genoemd in de Catechismus van de Katholieke Kerk. In CCC 2619 wordt dit loflied van Maria “niet alleen de lofzang van de Moeder van God (maar) die van de hele kerk” genoemd: “lofzang van de dochter van Sion, en van het nieuwe volk van God”. Het betreft hier, aldus de Catechismus “een dankgebed voor de volheid van de genade, kwistig uitgereikt in de heilsgeschiedenis, de lofzang van de 'armen' van wie de hoop ten volle vervuld werd bij het in vervulling gaan van de beloften gedaan aan onze vaderen 'voor eeuwig aan Abraham en zijn geslacht'”.

Nieuwere composities

Het Magnificat wordt doorgaans gezongen in een Gregoriaanse toonzetting. Veel latere componisten hebben toonzettingen gemaakt voor deze lofzang. Het maakt integraal deel uit van de Vespro della Beata Vergine van Claudio Monteverdi. Vivaldi schreef een versie voor orkest, koor en solisten evenals Johann Sebastian Bach. Van later datum zijn de versies van Anton Bruckner, Sergej Rachmaninov, Arvo Pärt en John Rutter.

Tekst in het Grieks

Μεγαλύνει ἡ ψυχή μου τὸν κύριον, καὶ ἠγαλλίασεν τὸ πνεῦμά μου ἐπὶ τῷ θεῷ τῷ σωτῆρί μου, ὅτι ἐπέβλεψεν ἐπὶ τὴν ταπείνωσιν τῆς δούλης αὐτοῦ. ἰδοὺ γὰρ ἀπὸ τοῦ νῦν μακαριοῦσίν με πᾶσαι αἱγενεαί: ὅτι ἐποίησέν μοι μεγάλα ὁ δυνατός, καὶ ἅγιον τὸ ὄνομα αὐτοῦ, καὶ τὸ ἔλεος αὐτοῦ εἰς γενεὰς καὶ γενεὰς τοῖς φοβουμένοις αὐτόν. Ἐποίησεν κράτος ἐν βραχίονι αὐτοῦ, διεσκόρπισεν ὑπερηφάνους διανοίᾳ καρδίας αὐτῶν: καθεῖλεν δυνάστας ἀπὸ θρόνων καὶ ὕψωσεν ταπεινούς, πεινῶντας ἐνέπλησεν ἀγαθῶν καὶ πλουτοῦντας ἐξαπέστειλεν κενούς. ἀντελάβετο Ἰσραὴλ παιδὸς αὐτοῦ, μνησθῆναι ἐλέους, καθὼς ἐλάλησεν πρὸς τοὺς πατέρας ἡμῶν, τῷ Ἀβραὰμ καὶ τῷ σπέρματι αὐτοῦ εἰς τὸν αἰῶνα.

Tekst in het Latijn

Magnificat anima mea Dominum.

Et exultavit spiritus meus in Deo salutari meo.

Quia respexit humilitatem ancillæ suæ: ecce enim ex hoc beatam me dicent omnes generationes.

Quia fecit mihi magna qui potens est, et sanctum nomen eius.

Et misericordia eius a progenie in progenies timentibus eum.

Fecit potentiam in bracchio suo, dispersit superbos mente cordis sui. Deposuit potentes de sede et exaltavit humiles.

Esurientes implevit bonis et divites dimisit inanes,

Suscepit Israel puerum suum recordatus misericordiæ suæ,

Sicut locutus est ad patres nostros, Abraham et semini eius in sæcula.

Nederlandse vertaling

Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,

verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser,

Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd,

van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.

Wonderbaar is het wat Hij mij deed,

de Machtige, groot is Zijn Naam!

Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen

voor ieder die Hem erkent.

Hij doet zich gelden met krachtige arm,

vermetelen drijft hij uiteen,

machtigen haalt Hij omlaag van hun troon,

eenvoudigen brengt Hij tot aanzien;

Behoeftigen schenkt Hij overvloed,

maar rijken gaan heen met lege handen.

Hij trekt zich Zijn dienaar Israël aan,

Zijn milde erbarming indachtig;

zoals Hij de vaderen heeft beloofd,

voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.