Pasen is het feest ter herdenking van Christus' Verrijzenis uit de dood. Gelovigen vieren de toegang tot een nieuw en eeuwig leven. In de viering van Pasen vallen twee belangrijke onderdelen te onderscheiden: de paaswake in het duisternis van de paasnacht en de dagmis van paaszondag. 

Feest der feesten

Pasen is niet zomaar een feest. Het is het 'Feest der feesten', het brandpunt van het christelijke geloof. Aan de dood en verrijzenis van Jezus Christus ontlenen alle sacramenten en alle overige vormen van lofprijzing en heiliging hun kracht. Het hele kerkelijk jaar kan gezien worden als ontplooiing van de verschillende aspecten van Pasen.

Naam

Ons woord Pasen komt, via het Aramese Pascha, van het Hebreeuwse Pesach, wat 'voorbijgaan' zou betekenen, hoewel soms ook 'mededogen' wordt genoemd als oorspronkelijke betekenis. Pascha en Pesach duiden het Joodse paasfeest aan, een lentefeest waarmee de Joden de bevrijding uit de slavernij in Egypte vieren. Die bevrijding begon ermee dat de Engel des Doods de Egyptenaren sloeg maar voorbijging aan de huizen van de Israëlieten. 

Paasdatum

Tijdens het Concilie van Nicea in 325 werd vastgelegd dat het christelijke Pasen zou worden gevierd op de zondag die volgt op de eerste volle maan na het begin van de lente. Pasen valt daardoor op zijn vroegst op 22 maart en op zijn laatst op 25 april.

Paasstrijd

Nicea maakte een einde aan de zogenoemde Paasstrijd. Die strijd ging om de vraag, of het christelijke Pasen gevierd moest blijven worden op dezelfde dag als het Joodse Pesach. Dat viel samen met de volle maan en kon op iedere dag van de week vallen. Joodse christenen pleitten ervoor om Pesach en Pasen op dezelfde dag te vieren. Het Concilie besloot van niet Pasen moest, zo oordeelden de concilievaders, altijd op een zondag vallen, de dag van de verrijzenis van Christus. Vooral niet-Joodse christenen hadden hier voor gepleit.

Oost en West

Paus Gregorius XIII hervormde in 1582 de kalender. De oosterse, orthodoxe kerken weigerden de nieuwe, zogeheten 'Gregoriaanse' kalender te aanvaarden. Zij bleven bij de oude ofwel Juliaanse kalender. Hierdoor gingen de paasdata in de westerse en oosterse kerken uiteenlopen. Pogingen om de verrijzenis van de Heer op dezelfde zondag te vieren, zijn tot nu toe vruchteloos gebleven.

Paaswake

In de viering van Pasen vallen twee belangrijke onderdelen te onderscheiden: de paaswake in het duisternis van de paasnacht en de dagmis van paaszondag. De paaswake is het brandpunt van het Driedaagse Paasfeest, het zogenoemde Paastriduüm, dat begint met de avondmis van Witte Donderdag en wordt besloten met de vespers van paaszondag.

Wachten op de Heer

De paaswake is één van de oudste onderdelen van de christelijke paasviering. Al in de vroege christelijke kerk brachten gelovigen de paasnacht wakend door ter ere van de Heer. Met hun wake gaven zij, en geven christenen ook nu nog, gehoor aan een Bijbelse oproep. In het Evangelie van Lucas spoort Jezus zijn volgelingen namelijk aan om, tijdens zijn afwezigheid, de lampen brandend te houden en te zijn als mensen die wachten op de terugkomst van hun Heer. Degenen die de Heer bij zijn komst wakend aan tafel vindt, zal hij aan zijn tafel uitnodigen. (Luc. 12, 35 ev.).

Vier delen

De Paaswake bestaat uit vier onderdelen: de lichtritus, de dienst van het woord, de viering van het doopsel en de eucharistieviering. De liturgische kleur bij de wake is wit. Wit is de kleur van het licht en zuiverheid, die gebruikt wordt voor alle feesten en gedachtenissen van Christus die niet in het teken van zijn lijden staan.

Paaszondag

Na de paaswake breekt paaszondag aan, de dag die volledig in het teken staat van de verrijzenis, de hoogste waarheid van het christelijk geloof. De apostelen verwoorden het als volgt: En wij brengen u de goede boodschap dat God de belofte aan de vaderen voor hun kinderen, voor ons, in vervulling heeft laten gaan door Jezus te laten opstaan (Hand. 13, 32-33).

Het lege graf

De gebeurtenissen van paaszondag worden niet door alle evangeliën exact gelijk verhaald. In grote lijnen komen de verschillende verslagen op het volgende neer. Enkele vrouwen, onder wie Maria van Magdala, gaan op de derde dag na Jezus' dood (de vrijdag en de zondag meegerekend) in alle vroegte naar zijn graf. Tot hun verbazing treffen zij een open graf aan. Twee mannen in blinkend witte kleding vertellen dat Jezus is verrezen en dat zij het goede nieuws aan zijn leerlingen moeten overbrengen. Op weg om dit te gaan doen, komen zij Jezus zelf tegen.

Twijfelende leerlingen

Diezelfde dag nog verschijnt Christus, de verrezen Heer, ook aan zijn leerlingen. Het duurt geruime tijd voordat zij hun ogen durven geloven. Het relaas van Maria van Magdala over het lege graf had hen ook al niet overtuigd, net zo min als een verhaal over een ontmoeting met de verrezen Heer door de Emmaüsgangers. Pas wanneer Christus zelf zijn doorboorde handen en voeten toont en uitlegt dat wat hem is overgekomen al in de Schrift werd voorspeld, begrijpen en geloven zij.

Verrijzenis

De Kerk leert dat de Verrijzenis van Jezus een eenmalig feit is, een machtig ingrijpen van God waardoor Jezus als Zoon Gods openbaar is geworden. De Opstanding markeert het begin van een geheel nieuwe wereld, waarin de dood in beginsel overwonnen is. De Kerk viert met Pasen dat de verrijzenis van Jezus Christus ook heeft geleid tot de verrijzenis van alle gelovigen, "van nu af door de rechtvaardiging van onze ziel, later door het ten leven wekken van ons lichaam" (CKK 658).

Liturgie

De dagmis op paaszondag is minder uitgebreid dan die van de paaswake . Alles staat nu in het teken van de verrijzenis, zoals de openingstekst al aangeeft: 'De Heer is werkelijk verrezen. Alleluia. Aan hem zij alle macht en glorie, nu en in eeuwigheid.' Nogmaals wordt de eucharistie gevierd, in het besef dat de Kerk door dit offer, telkens opnieuw, wordt herboren en gevoed.

Paastijd

Met de viering van paaszondag begint de vijftigdaagse Paastijd. Het is een blijde tijd, waarin de vreugde om de verrijzenis door blijft klinken. Via het feest van de Hemelvaart van de Heer, mondt de Paastijd na zeven weken uit in Pinksteren, het feest van de Heilige Geest.