Paus Leo XIV heeft op de derde dag van zijn pontificaat het College van Kardinalen toegesproken.

Rome, 10 mei 2025 – Paus Leo XIV heeft vanochtend op de derde dag van zijn pontificaat het College van Kardinalen toegesproken. Dat deed hij in de Vaticaanse synodezaal waar ook de vergaderingen van het preconclaaf plaatsvonden. In zijn toespraak legde hij uit waarom hij voor de naam Leo had gekozen.

“Er zijn verschillende redenen, maar de voornaamste is dat paus Leo XIII in zijn historische encycliek Rerum novarum aandacht had voor de sociale vraagstukken tijdens de eerste grote industriële revolutie”, zei Leo XIV, die op 8 mei nog Robert Prevost heette.

Katholieke Sociale Leer

De nieuwe opperpontifex voegde dat er in onze tijd veel nieuwe sociale vraagstukken zich aandienen. Hij doelt op bijvoorbeeld de steeds groter wordende rol van artificiële intelligentie. Volgens Leo brengt AI “uitdagingen met zich mee voor de verdediging van de menselijke waardigheid, rechtvaardigheid en arbeid”.

De sociale leer van de Katholieke Kerk biedt volgens de eerste Amerikaanse paus “een schat van antwoorden aan op die nieuwe industriële revolutie”.

Daarnaast stak de paus in zijn toespraak ook de loftrompet over zijn directe voorganger, paus Franciscus. Hij drong er bij het Collega van Kardinalen op aan diens “waardevolle erfenis” getrouw voort te zetten.

Geloof en wetenschap

Leo XIII (1878–1903) was niet alleen degene die de katholieke sociale leer in gang zette, maar ook de paus die de ramen van de Katholieke Kerk opende voor de moderne wetenschappen. 

Met zijn encycliek Aeterni Patris uit 1879 luidde hij een heropleving van het thomisme in, de leer van Sint-Thomas van Aquino. Deze grote denker uit de dertiende eeuw had Aristoteles weten te integreren in de katholieke metafysica. De antieke wijsgeer legde de nadruk op empirie: de zintuiglijke waarneming is de primaire bron van kennis. 

Een van de effecten van Aeterni Patris was de sterke overtuiging dat het geloof in God als 'schepper van hemel en aarde' nooit in strijd kan zijn met de ontdekkingen en nieuwe inzichten van de moderne wetenschappen. Uiteindelijk leidde dat er zelfs toe dat de natuurwetenschappelijke evolutietheorie door katholieken gerust aanvaard kan worden. 

Echter al vóór Aeterni Patris hielden katholieke priesters zich met moderne wetenschap bezig. Een voorbeeld is de Oostenrijkse pater Gregor Mendel (1822-1884), die lid was van de Orde van Sint-Augustinus, waar ook de huidige paus lid van is. Mendel wordt beschouwd als de vader van de moderne genetica. Dankzij de ontdekkingen van deze augustijn kon de evolutionaire biologie zich verder ontwikkelen.