Schrijfster Kristien Hemmerechts is te gast in een nieuwe De verwondering, waar ze vertelt over haar religieuze ontwaking.

Gelauwerd schrijfster van fictie en non-fictie Kristien Hemmerechts bracht onlangs naar buiten dat ze weer naar de kerk gaat. Ze voelt zich verbonden met de Gemeenschap van Sant’Egidio, een in 1968 door studenten opgerichte rooms-katholieke lekenbeweging die zich door gebed, ontmoeting en dialoog wereldwijd inzet voor vrede, en zich door concrete hulp te bieden verbindt met de armen in onze wereld.

Hemmerechts vindt het spreken over haar religieus ontwaken lichtelijk gênant en eigenlijk een privé-zaak. Maar ze realiseert zich ook dat zij anderen door haar ‘coming out’ op een spoor naar zingeving kan zetten.

Kristien Hemmerechts
Annemiek Schrijver

Het vreugdevolle beleven van de aanwezigheid van het goddelijke in gebed en liturgie bij Sant’Egidio heeft haar overrompeld en ontwapend en de verbinding met de positieve mensen van deze gemeenschap ervaart en aanvaardt zij als heilzaam.

Kristien Hemmerechts weet als geen ander dat gebrek aan verbinding is als gif: het maakt eenzaam en hard. In de tijd dat zij twee kinderen verloor maakte ze een donkere periode door waarin de verbinding met mensen ver te zoeken was, om over de verbinding met het goddelijke nog maar te zwijgen. De liefde tussen haar en dichter Herman de Coninck bracht verlichting, en jaren later maakte na de diagnose borstkanker een diep vertrouwen geborgen te zijn bij God een einde aan nachtelijke paniek.

Bekijk hier de uitzending met Kristien Hemmerechts

De inspiratietekst van Kristien Hemmerechts

Het is een soort niets dat ik zoek. Wat je overhoudt
als je uit de kom van je beide handen hebt willen drinken:
je beide handen. Geuren lanterfanten door de tuin.
Ik heb een ligstoel onder me waarin ik zo laag als ik maar

in mezelf kan liggen, op mijn rug, het onderste wat ik heb, lig.
Hoe is dit liggen? Zoals je een cognac afmeet door het glas
horizontaal te leggen, zo is dit liggen, ik heb niet veel van mezelf
nodig om vol te zijn, wat ik nodig heb is vooral: weinig.

Er is te weinig weinig. De vergevensgezindheid
van het niets waarin wij, als we eveneens
niets zouden zijn, zouden passen.

De lucht is zo blauw als vergeetachtigheid.
De lucht is zo blauw als het blauwsel waarmee destijds
linnen werd gewassen om witter te zijn.

- Herman de Coninck, Ligstoel I