Na twintig jaar columns te hebben geschreven voor het weekblad Margriet, het kookboek (Zonder Fratsen) én een persoonlijke ode aan 60 jaar levenservaring (en bedankt!) heeft Anita een nieuw podium gevonden op de website van KRO-NCRV. Hier deelt ze haar verbijstering, ontroering en vreugde over al wat het leven brengt.
Op het moment dat ik onder enige dwang besloot om hondenbaas te worden – ‘Ah mam, ja tóe nou, een hónd is pas echt superleuk en wij zullen echt álle uitlaatbeurten voor onze rekening nemen!’ (kinderen en hun voornemens) – wist ik ook dat er een moment van afscheid nemen komen zou. Maar goed, dat is dan vooral een abstract gegeven want dat is voor ergens in de héél verre toekomst. Het was overigens een behoorlijke stap om van kattenmens een hondenpersoon te worden. Met katten was ik groot geworden en ook in mijn volwassen zelfstandige leven waren de poezen onder handbereik geweest. Tot de jongste van mijn kroost er in ademnood van raakte en de kat in de ban werd gedaan.
''Een boxer is de hond der honden''
Aan een hond dacht ik niet eens tot zich een nieuwe liefde aandiende, één die wel met honden was grootgebracht. Nou, de kinderen schuddebuikten van de verhalen waarin zijn boxers de hoofdrol speelden. Daarbij waren het stuk voor stuk de allerbeste kameraden geweest, onvoorwaardelijk trouw en iedere keer stikgelukkig als ‘ie thuiskwam. Lang verhaal kort: een boxer is niet zomaar ‘een hond’, een boxer is de hond der honden.
''Een hond is een slaafse volgeling van z’n baas. En niet bijster slim bovendien; als je jezelf niet kan uitlaten''
In mijn beleving, die ik toen nog als niet-beperkt kwalificeerde, was een hond gewoon een hond en hondenménsen een soort waarmee ik me niet per se wilde identificeren. Een tikje weeë types, afgaande op de manier waarop ze over hun huisdier spraken als waren het hun eigen vlees en bloed. Overdreven sentimenteel. Een hond is een dier en vast heel lief en zo maar vergeleken met een kat nogal eh… karakterloos. Een slaafse volgeling van z’n baas. En niet bijster slim bovendien; ik bedoel, als je jezelf niet kan uitlaten… Afijn, vooroordelen gebaseerd op precies nul ervaring maar gelukkig is het leven er om van te leren.
Zo werd ik dus toch een hondenbaas en het werd een van de mooiste ervaringen van mijn leven. Iedere dag begon met een opgetogen kwispel-welkom, met iets nats over mijn wang en een wandeling. (Kom daar maar eens om bij een kat…)
Tijdens die hónderden wandelingen leerden we onze omgeving pas echt goed kennen; de olifantenpaadjes, de velden vol wilde bloemen, het zandpad met Floor het paard, de olifantenpaadjes en het zwemwatertje (voor honden) achter de ‘berg’. We hielden er zelfs nieuwe vrienden aan over! Onderweg en thuis kletsen we wat af, ja echt, en gedurende de lockdowns was ze mijn steun en toeverlaat. Nooit alleen, nooit eenzaam. En… zo ontdekte ik, met een hond bén je iemand.
''Liefde is ook loslaten dus dat doe je als hondenbaas''
Twaalf heerlijke jaren waren we samen tot het moment van afscheid nemen zich toch aandiende. Niks meer verre toekomst, maar hier en nu, geconcretiseerd in bloeduitslagen en röntgenfoto’s. Liefde is ook loslaten dus dat doe je als hondenbaas. En dan verdriet waarvan ik niet wist dat het bestond. En het huis te leeg, te stil, te groot, te schoon. Haar mand staat nog op dezelfde plek, we praten tegen haar foto bij het altaartje in de keuken en ruiken minstens drie keer per dag aan haar halsband. Wat je zegt, een echt hondenmens. Natuurlijk, het zal allemaal slijten al moet ik wel opnieuw uitvogelen wie ik ook alweer ben zónder hond…