Het goede fluistert en het kwade schreeuwt. En die schreeuw is bijna elke dag te horen. Want het virus blijft ons geselen en maakt ons moedeloos. De cijfers van de besmettingen vliegen ons nog steeds om de oren, de mutaties worden in rampscenario’s geschetst, de vaccinaties komen maar niet op gang.
En intussen gaat ons land nog meer op slot, de avondklok is de sleutel daartoe. Het kwade is daarna nog harder gaan schreeuwen, vooral in de uren van de avond en de nacht. Ik ga het hier niet eindeloos herhalen, maar iedereen heeft het kunnen zien. De Verenigde Staten waren ineens niet meer zo ver weg, met alle rellen en plunderingen. Het kwade brulde door onze steden. En de reacties waren voorspelbaar: van boosheid en onbegrip tot de vraag of er niet harder kon worden opgetreden.
We zijn los zand geworden. En daarin wint de hardste schreeuwer. Toch geloof ik in het goede dat fluistert.
Ik hoorde Bas Heijne heel voorzichtig opperen: misschien hebben we wel te veel de nadruk gelegd op de gezondheid en de economie en zijn we de zingeving vergeten. Wat geeft betekenis aan ons leven? Of is er voor steeds meer mensen slechts leegte die nu door niets meer opgevuld kan worden? Niet door stadions te bezoeken, niet door naar festivals te gaan, niet door in het weekend te gaan stappen, niet door de regelmaat van een opleiding? Als dat allemaal wegvalt, is er geen groter verband meer dat mensen bij elkaar houdt.
We hebben geen grote idealen meer en geen inspirerende landelijke boegbeelden. We zijn los zand geworden. En daarin wint de hardste schreeuwer. Toch geloof ik in het goede dat fluistert. Daar gelooft Dries van Agt ook in. Op het feest van Maria Lichtmis is deze markante staatsman 90 jaar geworden. Hij voelt zich opgesloten met zijn Eugenie, nu ze maar één bezoeker per dag mogen verwelkomen. Maar in de leegte van onze tijd koestert hij het goede in mensen die steden schoonvegen, getroffen ondernemers helpen en in stilte klaarstaan voor ouderen.
Ik spreek Dries van Agt door de telefoon. Hij is onrustig en bezorgd, vertelt hij. Ik beloof voor hem te bidden. Want in het gebed zijn we fluisterend verbonden met elkaar en met God. Misschien helpt die fluisterende goedheid ons allemaal een beetje.