Als jonge dominee kreeg Marianne Vonkeman mystieke ervaringen, waarbij God haar ‘openbrak’. Hierdoor leerde ze wat er écht toe doet in het leven. 'Ik kwam erachter dat er door het leven heen iets wil gebeuren. Ik ging de stem van God in de gebeurtenissen verstaan.' Ze tekende haar ervaringen op in het boek Ik mis Je terwijl Je bij me bent.
Het religieuze werd Marianne Vonkeman met de paplepel ingegoten. Ze werd als oudste dochter geboren in een gereformeerd gezin in Haarlem. Pepermuntjes en geborgenheid, zo herinnert ze zich de kerkgang. Het gesprek met God was vanzelfsprekend voor haar. Pas toen Marianne in contact kwam met de pinksterbeweging leerde ze ‘God-vanbinnen’ kennen. Veertig jaar lang was ze dominee in allerlei kerken, sinds een paar jaar is ze met emeritaat.
Marianne kreeg rond haar dertigste ‘last van God’ - zo zou ze het later omschrijven. Vreemde en intense godservaringen lieten haar verbijsterd achter. Ze leerde dat we vol aannames zitten, over onszelf, over anderen, en ook over God. 'We leven in een oppervlaktebewustzijn, we zijn bezig met de dagelijkse dingen: wat nuttig is, handig is, wat je wil en niet wil. Maar daaronder zitten de waardevolle dingen. Ik kwam erachter dat er door het leven heen iets wil gebeuren. Ik ging de stem van God in de gebeurtenissen verstaan'.
'We zijn bezig met de dagelijkse dingen: wat nuttig is, wat handig is. Maar daaronder zitten de waardevolle dingen'
Zo was er een sterfgeval van een vriendin, die met haar twee kinderen overleed in een auto-ongeluk. 'Ik was intens verdrietig. Tegelijk had ik het gevoel: haar dood is als een donkere gave. In mijn leven is deze gebeurtenis gegeven, en die wil ontvangen worden. Dat heb ik laten staan, en aan mij laten gebeuren. Zonder oordeel. Om te luisteren: hoe werkt dit aan mij?’ Uiteindelijk bleef er één waarheid overeind: de liefde die niet voorbijgaat. ‘Dat werd niet een theorie die ik erop zette, maar een beleving, waardoor ik verder kon.'
In haar pastoraat heeft Marianne gemerkt dat het niet werkt om rouw te verstoppen, of om er omheen te praten. Ook leerde ze dat mensen die met groot leed te maken krijgen zelfs in het grootste duister nog veerkracht en hoop kunnen vinden. 'Er is altijd een kracht in ons die ons doet opstaan, die ons toch weer teweerstelt tegen alle krachten die ons versplinteren'.
Mariannes geloofsleven is door haar mystieke weg sterk verdiept. Ze kijkt met nieuwe ogen naar het paasfeest: het is voor haar het feest van onvoorwaardelijke liefde die zich offert. 'Het hele verhaal van Pasen zegt: God geeft zichzelf, zonder meer, zonder voorwaarde. Dat is zo ongelooflijk dat we het niet kunnen geloven'.