Milio van de Kamp (31) groeide op in armoede. Hij droomde van een carrière als psycholoog en een rijk leven. Toen zijn docent op de middelbare school vroeg om een toekomstdroom op te schrijven was haar reactie: ‘Misschien moet je iets lager mikken.’ De titel van het boek wat Milio velen jaren later zou schrijven was geboren.

Met een vader die vaak afwezig was en een moeder met hartproblemen die toch keihard moest werken voor haar geld, was opgroeien bepaald geen sprookje. Geen warm water, geen stroom en een betonnen vloer was de orde van de dag.  

Constante stress

Milio was acht jaar toen het water en licht werden afgesloten. ‘Ik was lamgeslagen, continu aan het vechten om te laten zien dat ik bestond. Arm zijn wordt vooral in verband gebracht met geld, maar bij Milio was het vooral het gevoel dat er constant een zware steen op de borstkast lag.

‘Het leek alsof het zwaar was om te ademen. Door de spanning en de stress was het een uitdaging om mijn dagelijkse leven goed te kunnen leiden. Het was daardoor moeilijk om te genieten en om goed na te denken. Ik had een verstoorde relatie met de samenleving’, vertelt Milio. ‘Mensen die in armoede leven zijn vaak onzichtbaar en hebben niet de macht om zich uit te spreken in de politiek. Je probeert eigenlijk de wereld te overtuigen dat je überhaupt bestaat.’

'Je probeert eigenlijk de wereld te overtuigen dat je überhaupt bestaat'

Arm in kansen

‘In mijn boek schrijf ik dat armoede niet alleen gaat over arm zijn in geld. Het is ook armoede in kansen en mogelijkheden, in macht en in representatie. De samenleving kijkt op je neer, geeft je het gevoel dat je een minder mens bent en dat je je moet schamen.’ Om de ellende te doorstaan bagatelliseerde Milio zijn eigen situatie. ‘Ik dacht: er zijn altijd kinderen die het nóg slechter hebben. Ik had het vooral niet over mijn problemen en sloot mij mentaal af om het leven zo draaglijk mogelijk te houden.’

Narratief omdraaien

Met zijn boek Misschien moet je wat lager mikken wil Milio mensen die niet weten hoe arm zijn is een spiegel voorhouden. ‘Mensen zijn geneigd om de schuld bij de armen neer te leggen. Terwijl er vaak systemische ongelijkheden aan ten grondslag liggen.’

Milio vervolgt: ‘Ik wil het narratief omdraaien. Dat we inzien dat armoede niet per se de schuld is van mensen in armoede, maar voor een groot deel van overheden, bedrijven en instanties. Zij hebben geen idee hoe het is om in armoede op te groeien en maken daarom slechte beslissingen. Ik ben eigenlijk constant bezig met het bestrijden van ongelijkheid. Dat is mijn missie.’

'Ik ben niet meer thuis op de plek waar ik vandaan kom, maar ook niet op de plek waar ik nu ben'

Niet thuis voelen

Inmiddels is Milio Universitair docent Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en ziet zijn leven er heel anders uit. ‘Behalve dat ik het financieel goed heb, voel ik mij helemaal niet thuis in de middenklasse. Ik ben niet meer thuis op de plek waar ik vandaan kom, maar ook niet op de plek waar ik nu ben. Ik ben een soort kameleon, probeer me overal aan te passen. Het is soms moeilijk om mijn eigen kleur te onthouden.

Natuurlijk merk ik dat er concrete verschillen zijn en ben ik blij met mijn huidige stabiliteit. Ik kan sparen, en ben nog steeds elke ochtend blij als er warm water uit de kraan komt.’

'Ik ben constant bezig met het bestrijden van ongelijkheid'

Meer dan een tasje boodschappen

Milio is constant bezig met hoe hij zich kan inzetten om armoede tegen te gaan. ‘Er zijn veel vooroordelen zoals dat arme mensen minder slim en minderwaardig zijn. Dat patroon moet doorbroken worden. Mensen in armoede hebben de kennis om uit een arme situatie te klimmen, en die kennis moet op waarde geschat worden.'

Hij vervolgt: ‘Er wordt vaak belerend gesproken tegen mensen die in armoede leven, en gedaan alsof ze vooral tasjes boodschappen nodig hebben. We zouden een luisterend oor moeten bieden aan de ideeën die juist zij hebben om het armoedeprobleem structureel op te lossen, en hen hier ook de macht voor moeten geven om daar daadwerkelijk iets mee te doen. Dat bedoel ik ook met de spiegel voorhouden.’

Naar elkaar luisteren

Hoe kan de ongelijkheid bestreden worden? ‘Het betekent dat mensen ‘aan de andere kant van de kloof’ naar zichzelf moeten kijken. Het gewicht van emancipatie kunnen we niet alleen bij arme mensen leggen, die ligt ook bij mensen die in de dominante klassen leven. Wij houden samen dit systeem in stand. Een verandering hierin betekent dat er veel vragen gesteld moeten worden. Er zijn reflecties nodig om je eigen positie te herkennen. Maar bovenal moet er geluisterd worden naar diegene die arm zijn.’

Lees ook

Martin van de Krift in zijn huiskamer

Martin werd arbeidsongeschikt na een ernstig bedrijfsongeval: ‘Ik werd direct ontslagen’

Logo Lief gebaar verkleind

Lief gebaar

We spreken Milio van de Kamp naar aanleiding van het initiatief Lief gebaar. Met dit initiatief wil KRO-NCRV armoede in Nederland bespreekbaar maken. 

Klik hier