Een portret van: Marianne de Die (66). Vrijwilliger in hospice De Liefde in Rotterdam.

'Het begin van het leven en het einde hebben voor mij met elkaar te maken. Geboren worden en sterven lijken wel een beetje op elkaar. Het zijn twee gezichten van dezelfde beweging, heb ik eens ergens gelezen. Dat vond ik heel mooi. Ik heb lange tijd zwangerschapsyoga gegeven en ook in een kinderwinkel gestaan. Toen begeleidde ik mensen die met het begin van het leven te maken hadden. In het hospice begeleid ik mensen die aan het einde staan.'

'Ik heb twee miskramen gehad, meer dan veertig jaar geleden. Ik lag in het Claraziekenhuis en daar was de kraamafdeling naast het mortuarium. Dat vond ik heel bijzonder; leven en dood liepen voor mijn gevoel een beetje door elkaar heen. De derde zwangerschap ging wel goed, maar na de bevalling ben ik bijna doodgebloed. Ik voelde het leven uit mij wegtrekken. Dat zette me enorm aan het denken: hè, je kan dus zomaar doodgaan. Ik was daar wel door aangeslagen. Ik had nog niet veel meegemaakt, ik ben heel beschermd opgevoed hier in Rotterdam- Zuid. Maar dit was een heel intense ervaring. Mijn zus zei toen: "Kom op, we gaan op yoga." Het deed me enorm goed, dat uurtje dat je helemaal niks hoefde, alleen maar aandacht hebben voor wat je op dat moment doet, heel erg in het nu. Dan piekerde ik niet over leven en dood of wat dan ook. Sindsdien heb ik altijd aan yoga gedaan. Later heb ik ook een opleiding gevolgd. Mijn ervaring als yogadocent neem ik mee in mijn vrijwilligerswerk in het hospice.'

We hadden een klik met elkaar. Ik bedankte haar dat ik haar had leren kennen. Ze moest huilen.

'Dat is in een hospice ook nadrukkelijk aan de orde, en zeker in De Liefde, omdat dit hospice gebaseerd is op de boeddhistische kernwaarden aandacht, openheid en liefde. Ik was in de kinderwinkel altijd zo ontroerd als moeders hun baby’tje kwamen laten zien, ontroerd over zo’n kindje met een heel leven voor zich. In het hospice raak ik ook geregeld ontroerd, de andere kant op, zeg maar. Over het leven dat voorbij is. Er was hier vorige week een vrouw die wist dat ze vrijdag zou overlijden. Ik had donderdagavond dienst en ging afscheid nemen; we hadden wel een klik met elkaar. Ik bedankte haar dat ik haar had leren kennen. Ze moest huilen. De ontroering die ik voelde, leek op die in de kinderwinkel. Ik doe hier wat nodig is, heel gewoon.'

'Ik ben er voor mensen. Misschien willen ze een praatje, misschien niet. Ik doe even de bloemetjes of haal een ijsje. Misschien wil iemand een hand- of voetmassage of krullers in het haar. We maken het de mensen zo aangenaam mogelijk. Er is ook een meditatiegroep, dus als iemand behoefte heeft aan een dieper gesprek of aan mediteren, dan kan dat ook. Ik vind sterven niet eng, misschien omdat ik er in het hospice nog geen nare ervaringen mee heb gehad. De eerste keer dat ik bij een stervende was, vond ik heel bijzonder. De vrouw was alleen, de familie was er nog niet. ‘Ik zal bij je blijven’, heb ik tegen haar gezegd, ‘dus je bent niet alleen.’ Ik weet niet of ze luisterde, maar haar gezicht was zacht. Ik ben bij haar gebleven tot ze overleed. Het was een vredig, stil moment. Het zat dan wel twee dagen onder mijn huid, maar het was geen verdriet, misschien eerder een soort verwondering. Over een leven dat zomaar wegglijdt. Alsof het gedragen wordt.'

Voor meer informatie: www.hospicedeliefde.nl

TEKST: BERT VAN DER KRUK
FOTO’S: DUCO DE VRIES

Dit is een artikel uit het magazine De Verwondering

Wil je elk kwartaal Magazine De Verwondering op de mat krijgen? Neem een abonnement en ontvang het magazine 4x voor €15,- (stopt automatisch).