Geestelijk verzorger en musicus Christiaan Boers praat niet alleen met bewoners van het verpleeghuis, maar hij zingt ook vaak met ze, want: "zang zorgt voor de ziel".

"Sinds een week of drie werk ik binnen de COVID-afdelingen van het woonzorgcentrum waar ik werk", vertelt hij.

"Kun je dan wel dichtbij mensen komen?", vraagt Jacobine, waarbij ze doelt op geestelijke nabijheid.

Boers denkt na. En zegt dan: "Het is een oefengebied. Ik kan niet zeggen dat ik op al mijn bezoeken met tevredenheid terugkijk. Doordat je zo bedekt bent met een bril, een mondkap en een geel pak, maakt het bijna dat de vragen die je stelt op een rare manier uitvergroot worden. Dat kreeg ik later ook van iemand terug: dat ik bijna woorden in zijn mond had gelegd. Dat is normaal gesproken helemaal niet mijn stijl, maar ik denk dat je zintuigen op een andere manier gaan werken als je in zo'n pak verstopt zit."

Muzikale verrassing
Boers vroeg Jacobine Geel de tekst te lezen van het lied ‘In de bloembol is de krokus’ (LB 982), terwijl hij de melodie erbij neuriede. Volgens hem illustreert dit lied de paradox tussen de ongrijpbare mystiek en de tastbare actualiteit. 

"In het – soms schurende – samengaan van verschillende ritmes ontstaat ruimte", constateerde Jacobine achteraf. "En ruimte is onontbeerlijk voor wie op adem wil komen."

Zo klonk dit lied