13 maart 2022 - Interview met prof. dr. Alfons Brüning, directeur van het Instituut voor Oosters Christendom in Nijmegen en hoogleraar ‘Eastern Christianity, Human Rights, Peace Studies’ aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam. Onderwerp: de oorlog in Oekraïne.
door onze redacteur Christian van der Heijden
Professor Brüning, wat ging er door u heen toen u kennisnam van het feit dat Rusland Oekraïne was binnengevallen?
AB: “Ik was gewoon geschokt. Daar zit niets verstandigs of rationeels meer achter, niet met het oog op geopolitiek, en ook niet vanuit welk kerkelijk perspectief dan ook. Het is waanzin.”
Bestaat er een kerkelijke dimensie van de Russische agressie jegens Oekraïne?
AB: “Zeker zijn er controversiële kerkelijk gegronde narratieven, waarin Kiev soms een Russische en soms ook een Oekraïense stad is, of in zekere zin allebei. Maar tot voor korte tijd dacht men dat het bij de bijbehorende discussies louter om cultureel erfgoed ging, maar niet om de revisie van staatsgrenzen, laat staan van een met geweld verbonden politieke claim.”
Toen Kirill nog geen patriarch was kreeg hij van de conservatieve factie van het Russisch episcopaat het verwijt dat hij te oecumenisch gezind was en te open zou staan voor de Kerk van Rome. Wat is er met hem gebeurd dat hij zich nu zo opstelt?
AB: “Bij de contacten van Kirill met Rome ging het eigenlijk al lang vooral om het smeden van een ‘conservatieve alliantie’, minder om echte oecumenische contacten waarbij over theologische kwesties gesproken had kunnen worden. Vandaar waren de contacten met de evenzeer conservatieve paus Benedictus nauwer dan ze nu met Franciscus zijn. Critici in Rome en elders duidden destijds al aan dat dit met een echte oecumene eigenlijk niet veel te maken heeft. Maar voor sommige fundamentalistische kringen met hun anti-Romeinse affecten in Rusland gingen zelfs deze contacten nog te ver.”
In mei 2021 zei metropoliet Hilarion, hoofd Externe Kerkelijke Betrekkingen van het Russisch-Orthodoxe Kerk, dat zijn kerk helemaal niet uit is op de positie van Moskou als Derde Rome. Toch gedraagt ‘Moskou’ zich alsof zij de waarheid in pacht heeft. Hoe betrouwbaar is Hilarion nog?
AB: “Men moet weten, dat de notie van het ‘Derde Rome’ weliswaar al in de vroege 16de eeuw opkwam, maar destijds vooral een morele en religieuze betekenis had. Ze staat in een maanbrief van een monnik aan de nieuwe tsaar. Hij wees de machthebber op de morele verantwoordelijkheid die verbonden is met diens ambt. Voor de komende eeuwen werd de claim om het ‘derde Rome’ te zijn nauwelijks benut, niet door kerkelijke waardigheidsbekleders en ook niet in de diplomatieke correspondentie van de tsaren. Pas na de verloren Krimoorlog raakte het in gebruik om Rusland als het Derde Rome te beschouwen, maar dan vooral in verband met politieke ideologieën. Hilarion heeft dus enerzijds gelijk dat dit idee voor de kerk zelf minder belangrijk is. Anderzijds werden de grenzen tussen zelfidentificatie van de Russisch-Orthodoxe Kerk en een Groot-Russische imperiale ideologie de afgelopen jaren steeds onduidelijker geworden. Dat een religieuze instelling van zich zelf gelooft voor de waarheid te staan, ligt in zekere zin in haar natuur. Problematisch wordt het echter wanneer de grenzen naar een geopolitieke ideologie beginnen te vervagen, en tegelijk de bereidheid tot dialoog aan het afnemen is. Dat is nu ook bij Hilarion afgelopen jaren wel te zien.”
Paus Franciscus roept voor en achter de schermen op tot vrede in Oekraïne. Toch krijgt hij ook kritiek. Hij zou te weinig expliciet Rusland als agressor aanmerken. Waarom denkt u dat hij sinds de invasie in Oekraïne bijvoorbeeld de naam Poetin niet publiekelijk noemt?
AB: “Ik kan natuurlijk niet in het hoofd van Franciscus kijken, maar ik neem aan dat hij beschikbaar wil blijven voor diplomatieke bemiddeling. De apostolisch nuntius in Moskou is dus ook al redelijk kort na de uitbraak van de oorlog bij Poetin geweest. Met welke resultaten, dat weten wij niet – maar naar het schijnt heeft het niet veel opgeleverd. Ook ging Franciscus direct en persoonlijk de Russische ambassade in Rome opzoeken. Bovendien is een groot aantal gelovigen vooral in het Westen van Oekraïne Grieks-katholiek, dat wil zeggen dat zij de paus van Rome als opperherder beschouwen terwijl zij van de Byzantijnse ritus zijn. De Oekraïense Grieks-katholieken worden ondanks hun openheid tot dialoog al geruime tijd door de Russische kerk als vijand gezien. Daar is dus al een ‘front’ dat Franciscus mogelijk niet wil versterken. Maar ik speculeer hier.”
In de scholastieke theologie bestaat het traktaat van de rechtvaardige oorlog. Bestaat er ook zoiets in de oosterse orthodoxie?
AB: “Kort gezegd, nee. De orthodoxe traditie is eigenlijk pacifistischer dan de westerse. Alleen in het uiterste geval is het een mens geoorloofd legitiem geweld te gebruiken. Bijvoorbeeld als zowel hijzelf als zijn verwanten worden bedreigd of als weerlozen het slachtoffer van agressie dreigen te worden. Dus alleen voor verdediging van anderen, niet eens voor zichzelf. Maar natuurlijk kan men op basis van deze uitzondering ook een ideologisch scenario construeren van noodgedrongen zelfdefensie die een oorlog probeert te legitimeren. De vraag is dan wel in hoeverre dat neerkomt op een vertekening van de oosterse traditie.”
Kirill preekte op ‘Vergevingszondag’ (6 maart) tegen de gay pride-parades als symptoom van westerse decadentie. Hij lijkt daarmee de ‘militaire operatie’ in Oekraïne te rechtvaardigen. Wat dacht u toen u daar kennis van nam?
AB: “De preek van Kirill op deze zondag bevat veel elementen die ik vooral tegen de achtergrond van wat ik weet van de oosters-christelijke traditie moeilijk te begrijpen vind. Deels kloppen de feiten niet eens – hij spreekt nog steeds van een militaire operatie in de Donbas, terwijl de aanval op heel Oekraïne al in volle gang was. De gebruik van de gay pride-parades als een soort lakmoesproef is ofwel ignorant ofwel perfide. Het kan wel kloppen dat de orthodoxe kerken wereldwijd naar een oplossing zoeken voor conflicten die ontstaan in verband met haar geloofstraditie enerzijds, en ‘niet-traditionele’ vormen van samenleven anderzijds. Hierover ontstaan conflicten binnen en buiten de kerk, maar dat is bij andere christelijke gemeenschappen en bij andere wereldreligies niet anders. Om het probleem zelf gaat het Kirill hier echter kennelijk niet. Wat de patriarch hier doet is een marker gebruiken voor de herhaling en versterking van een oud anti-Westers vijandsbeeld, nu in een situatie van oorlog. Hij bouwt er bijna een metafysische ‘war of the worlds’-scenario mee op, wat trouwens daarna door sommige intellectuelen ook is overgenomen en in dezelfde zin verwerkt. Dat is uiterst gevaarlijk. De bewuste preek heeft ook binnen de Russische orthodoxie zeer polariserend gewerkt. Ook orthodoxe gelovigen, onder wie degenen die de preek van Kirill live hadden gehoord, hebben met onbegrip, geschoktheid en verontwaardiging gereageerd.”
Staat er in de Russische grondwet iets over de verhouding tussen kerk en staat?
AB: “Formeel gesproken, is Rusland seculier, en is er dus officieel een scheiding van kerk en staat. Er bestaat vrijheid van religie. Dat staat al in de nieuwe constitutie van de Sovjet-Unie die 1990 onder partijleider Gorbatsjov werd aanvaard, en geldt nog steeds in de Russische Federatie. Sinds 1997 is er echter ook een nieuw religiewet van kracht. Deze bevat een bepaalde preferentie voor ‘Ruslands traditionele religies’, met name orthodox christendom, daarnaast jodendom, islam en boeddhisme. Men moet beseffen dat Rusland, inclusief zijn provincies in het noorden, zuiden en in Centraal-Azië in feite altijd al een multireligieus land was. De bedoeling van deze wet was om in de turbulente jaren negentig van de vorige eeuw de invloed van buitenlandse missionarissen te beperken. Tegelijk betekende die wet al het begin van een steeds groter wordende bevoorrechting van de Orthodoxe Kerk, welke nu eenmaal – minstens statistisch - de grootste geloofsgemeenschap in het land is. Ook de rol van de kerk voor de vorming van de Russische cultuur wordt in deze wet beklemtoond. Tegenwoordig bestaat er nog steeds formele scheiding, maar ook de wederzijdse intentie tot samenwerking, ‘ten gunste van het land en de samenleving’, zoals dat wordt verwoord. Dat loopt gedeeltelijk langs de lijnen van de traditionele orthodoxe conceptie van symphonia, van de samenwerking tussen seculiere en geestelijke macht. Deze conceptie heeft haar oorsprong in de tijd van keizer Constantijn de Grote. De kijk hierop onder orthodoxen vandaag is ambigu: sommigen vinden het zinvol, als een soort concordaat, anderen zien erin het gevaar van een theocratie. In elk geval was het allemaal bedoeld voor vrede en maatschappijopbouw. Symphonia in het kader van een aanvalsoorlog kent de oosterse traditie niet.”
U houdt zich ook bezig met vredesvraagstukken. Wat moet er volgens u gebeuren om de vrede te herstellen?
AB: “Voor zover het kan is een wapenstilstand binnenkort wenselijk. Maar het is ook een illusie om te denken dat men gewoon door het doorvoeren van een aantal maatregelen de status van vóór de oorlog kan herstellen. Vrede is nu al niet meer makkelijk te herstellen. De oorlog zal niet snel voorbij zijn, en ik zie hoe zelfs tussen de Oekraïense en Russische academische collegae – allemaal slimme en beschaafde mensen – de haat en onbegrip groeit. Terwijl ik deze vragen beantwoord, gaat er weer een stuk van Oekraïne kapot en verliezen onschuldige mensen hun leven. Daarnaast is er de mentale schade van trauma, radicalisering en de verbreking van banden. Zelfs als er binnenkort een wapenstilstand zou komen en het doden zelf onderbroken wordt, zullen wij met de gevolgen nog lang te maken hebben. Een blik naar Bosnië-Hercegovina helpt misschien om te begrijpen hoe moeilijk verzoening ook nog een generatie later kan zijn. Wat mij belangrijk lijkt is dat het nu vooral heel pragmatisch om humanitaire maatregelen gaat om de burgerbevolking te beschermen. Verder hebben wij een bepaalde soort nuchterheid nodig om de dingen goed te bekijken en te benoemen – juist het tegendeel van mobiliserende propaganda. Dat is niet makkelijk in tijden van gewapende confrontatie waar de vredesstichter en bemiddelaar van eerder nu vrij snel tot lafaard of verrader wordt bestempeld. Het eerste slachtoffer van een oorlog is de waarheid, zo luidt het. Inderdaad leidt deze situatie snel tot verwarring van begrippen, zeker als religie erin vermengd is. Eigenlijk is een heilige iets anders dan een held. En eigenlijk zijn er slachtoffers aan alle kanten. Maar de Bergrede zou momenteel van de Russische roskomnadzor (het censuurbureau) waarschijnlijk als ‘extremistisch’ worden aangemerkt en daarom worden verboden. Verder zijn bestaande instellingen, diplomatieke kanalen en forums momenteel zelf beschadigd. Dat geldt ook voor de kerken. Net zoals Poetin zelf en zijn entourage raken in de orthodoxie wereldwijd, en onder christenen algemeen ook de leiders van het Moskouse patriarchaat en diegenen die de oorlog rechtvaardigen, steeds meer geïsoleerd. De kloof tussen de kampen zijn moeilijk te overbruggen. Daarom moeten wij naast de al bestaande mechanismes, methodes en instellingen ook over nieuwe mogelijkheden nadenken om de vrede te herstellen. Er zal veel tijd nodig zijn, en wat er in Oekraïne gebeurt raakt min of meer iedereen.”