Op 4 oktober 2021 vindt in Vaticaanstad een conferentie plaats van religieuze leiders en wetenschappers, in aanloop naar de COP26. Deze nieuwe VN-top over klimaatverandering wordt gehouden in de Schotse stad Glasgow van 31 oktober tot en met 12 november 2021. Een van de Nederlandse deelnemers daaraan is prins Jaime de Bourbon de Parme, sinds vorige maand werkzaam voor het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Onze redacteur Christian van der Heijden sprak met hem.

Koninklijke Hoogheid, na drie jaar gewerkt te hebben voor de UNHCR in Genève bent u weer in dienst van de Nederlandse rijksoverheid, ditmaal als ‘klimaatgezant’. In november bent u in die hoedanigheid in Glasgow, waar de nieuwe klimaattop plaatsvindt. Waar bestaat uw werk daar uit?

“Ik zal daar in een team van onderhandelaars onze regering vertegenwoordigen. Nederland maakt deel uit van de Europese Unie, en we zullen als EU de onderhandelingen ingaan. Het belangrijkste is dat we als wereldgemeenschap in Glasgow tot afspraken komen op drieledig vlak. Het eerste is dat we gaan kijken hoe we de uitstoot van broeikassen kunnen verminderen; het tweede is hoe we klimaatadaptatie gefinancierd kunnen krijgen; het derde is hoe dat we de effecten van de maatregelen die we gaan treffen, kunnen meten.”

Wat is klimaatadaptatie?

“Die term wordt gebruikt voor de acties die de internationale gemeenschap moet ondernemen om de huidige gevolgen van de klimaatverandering te kunnen opvangen. Veel landen die nagenoeg niets hebben bijgedragen aan de uitstoot van broeikasgassen, krijgen wel de hardste klappen. Dat zien we nu al gebeuren. Dan gaat het over overstromingen, aardverschuivingen, extreme hitte en droogte. Hoe kunnen we er nu voor zorgen dat de bevolking in de meest kwetsbare gebieden wordt beschermd. Dat kan onder meer door het bouwen van dijken en dammen, maar ook door zogenoemde nature based solutions, zoals het restaureren van wetlands. De vraag is hoe dat kosteneffectief kan worden verwerkelijkt. Helaas zien we nu al dat sommige gebieden onleefbaar zijn geworden. We zullen de komende tijd te maken krijgen met veel meer klimaatmigranten dan met oorlogsvluchtelingen.”

wetlands

Verheugt u zich op de COP26?

“Eigenlijk wel. Dit is voor klimaatgezanten een beetje als de Olympische Spelen. Maar dan strijden we niet tegen maar met elkaar. Om in sporttermen te blijven: het is een grote estafette die we met elkaar lopen. Alleen het gemeenschappelijk resultaat telt.”

Toen er aan de pauselijke encycliek Laudato si’ werd geschreven, was u Nederlands ambassadeur bij de Heilige Stoel in Rome. U heeft in die tijd veel contact gehad met de dicasteries van de Romeinse Curie die dit document aan het voorbereiden waren. Hoe zat dat?

“Het is niet zo dat ik heb meegeschreven aan die encycliek, wat hier en daar werd gesuggereerd. Maar wel is het zo dat de Nederlandse regering en de Heilige Stoel op klimaatgebied op één lijn zaten. Ik heb toen onder meer een bijeenkomst georganiseerd voor mensen uit het bedrijfsleven en hen uitgenodigd om de religieuze ideeën achter de te verschijnen encycliek te bekijken vanuit een zakelijk perspectief. Ik wilde twee werelden verbinden: die van de ideeën en die van het doen. Het gaat mij altijd om een holistische benadering. Toen werd duidelijk dat veel van die ecologische inzichten al in praktijk werden gebracht door het bedrijfsleven, zoals met de circulaire economie.”

Paus Franciscus, de Anglicaanse aartsbisschop Justin Welby en de oosters-orthodoxe patriarch Bartholomeus

Maakt u in uw nieuwe functie gebruik van de contacten die u toen in Rome heeft gelegd?

“Zeker. Dat is het voordeel dat ik op betrekkelijk jonge leeftijd ambassadeur was en na mijn ambtsperiode niet met pensioen ging. Ik kom dus nog steeds personen tegen die ik toen heb leren kennen en met wie ik heb samengewerkt.”

Over klimaatpolitiek heeft u, kan ik me voorstellen, uw eigen opvattingen. Maar als gezant, spreekt u namens de regering die u gezonden heeft. Hoe gaat u om met de spanning tussen uw persoonlijke ideeën en uw officiële mandaat?

“Er wordt natuurlijk achter de schermen veel besproken. Het gaat erom dat je mensen probeert te overtuigen van ons standpunt, zodat er aan de onderhandelingstafel gemakkelijker zaken kunnen worden gedaan. Het is een contactsport, waarbij je elkaar in de ogen kijkt. Het belangrijkste is dat je altijd pragmatisch blijft. Dat geldt ook voor de omgang met bijvoorbeeld klimaatsceptici. Als een persoon niet open staat voor dialoog, dan besteed je daar niet al te veel energie aan. Maar nagenoeg iedereen is het er nu wel over eens dat de klimaatverandering, voor een groot deel door de mens is veroorzaakt. Dat blijkt uit het op 9 augustus gepubliceerde IPCC-rapport. Dus dat er drastische maatregelen nodig zijn, daarover is praktisch iedereen het nu wel eens. Afgelopen zomer hebben we al een voorproefje gehad van de gevolgen van de klimaatverandering. De dialoog gaat dus over de vraag welke maatregelen er getroffen moeten worden en in welke mate. Als EU zijn wij verantwoordelijk voor 8 procent van de jaarlijkse uitstoot van de broeikasgassen. Hoe daadkrachtiger we als Europa dit terugdringen, hoe geloofwaardiger onze boodschap overkomt bij landen waarmee we aan oplossingen moeten werken.” 

De diverse kerken in de wereld hebben tegenwoordig het klimaat hoog op de agenda staan. Geregeld zijn er urgente oproepen van kerkleiders en andere religieuze leiders aan politici om beter voor ‘de schepping te zorgen’. Hoe wordt er in kringen van beleidmakers over het algemeen gereageerd op deze oproepen? Met andere woorden: hoe groot is de invloed van figuren als de paus of Bartholomaios van Constantinopel, die de Groene Patriarch wordt genoemd, op de politieke besluitvorming bij de aanpak van milieuvervuiling.

“Tijdens de Klimaatconferentie van Parijs in december 2015 klonk ineens een sterk religieus geluid, vooral dat van Laudato si’ van paus Franciscus, die deze encycliek in juni van dat jaar had gepubliceerd. Hier was iemand op het wereldtoneel verschenen die heel duidelijk opriep tot zorg voor ‘ons gemeenschappelijk thuis’. Franciscus werd in Parijs veelvuldig geciteerd, omdat hij een taal aanleverde vanuit een heel ander perspectief. Ook leiders van andere wereldreligies volgden hem daarin. Overigens, zo had de paus ook toegegeven, was hij schatplichtig aan de Grieks-Orthodoxe Kerk van Constantinopel, waar ecologie al decennia een belangrijk onderwerp was. 
Nu zijn standpunt eenmaal voor het voetlicht is gebracht, zouden ook de godsdiensten zelf concretere acties kunnen ondernemen. Op 4 oktober vindt er in het Vaticaan, in aanloop naar de klimaattop in Glasgow, een congres van religieuze leiders en wetenschappers plaats. Laat ik hier de wens uitspreken dat de Katholieke Kerk en andere wereldreligies na afloop daarvan ook zelf met concrete commitments komen, door zeg maar een eigen klimaatakkoord uit te vaardigen. Daar zou dan kunnen instaan hoe de kerken zelf met hun eigen bezit omgaan en dat er voortaan alleen nog maar duurzaam wordt belegd. Ik hoop dat de religies op dat vlak het verschil kunnen maken. Want zij spreken 85 procent van de wereldbevolking aan, voor wie religie een belangrijke rol speelt. Dat vergeten wij in Nederland nog wel eens.” 

Cop26

Op het gebied van ecologie benadrukken christelijke kerken vaak de traditionele waarde van het rentmeesterschap. De katholieke theoloog Erik Borgman is daar nogal kritisch over, omdat het suggereert dat de mens boven de natuur staat en er geen onderdeel van is. Volgens sommigen is de mensheid allerminst de kroon op de schepping, maar eerder een plaag. Wat is uw mensbeeld in dezen?

“Ik ben het op dit punt met Borgman eens. Als mensheid zelf zijn we ook natuur. Daarom vind ik dat beeld van paus Franciscus en patriarch Bartholomeüs ook zo mooi: zij spreken over de aarde als ons gemeenschappelijk huis, waar alle schepselen wonen en waar niets enkel als een middel mag worden beschouwd. Ik zie dat deze visie niet ver af staat van steeds meer mensen die bewuster zijn gaan leven. Zelf ben ik bijvoorbeeld steeds minder vlees gaan eten. Er is gelukkig ook steeds meer keuze om verantwoorder te consumeren.” 

In een democratie moeten kiezers hun eigen belangen afwegen tegen het algemeen belang. Wat denkt u, is democratie een hindernis of juist een voorwaarde tot de oplossing van de klimaatproblematiek?

“Uiteindelijk is democratie het beste. En als je het over het klimaat hebt dan valt het algemeen belang met het eigenbelang samen. Steeds meer mensen gaan dat inzien. Wat dat betreft ben ik optimistisch. Ik merk ook dat klimaatbewustzijn niet alleen maar iets van de jongere generatie is, ook veel ouderen zijn betrokken. En heel veel sectoren willen hun steentje bijdragen. Een voorbeeld daarvan is de gezondheidszorg, omdat zij de gevolgen van milieuvervuiling duidelijk merken.”

De opwekking van energie is een van de oorzaken van de klimaatproblematiek. In de toekomst kunnen nieuwe technologieën aanzienlijke oplossingen bieden. 

“Klopt, maar daar mag je nu niet vanuit gaan. Research en development is natuurlijk heel belangrijk, maar je kunt nu geen beleid maken op basis van technologieën die nu nog niet voorhanden zijn. Dat is onverstandig.”

Moet een klimaatdiplomaat veel verstand hebben van technologie?

“Het gaat erom ergens voldoende verstand van te hebben. Van 2007 tot 2014 was ik Nederlands gezant op het gebied van grondstoffen. Toen moest ik natuurlijk wel het een en ander weten over mijnbouw. Maar ik moest ook kennis hebben van zaken waarvan mijnbouwkundigen weer minder verstand van hebben. Als diplomaat moet je genoeg van alles weten om tussen de verschillende werelden een brugfunctie te kunnen vervullen.”

Komt het volgens u nog goed met deze wereld? Of zijn we te laat?

“Ik blijf optimistisch. Cynisme kan ik mij niet veroorloven. Al moet ik wel zeggen dat er momenten zijn, vooral na het lezen van klimaatrapporten, van lichte inzinking. Want er zijn nu eenmaal heel zwarte scenario’s. Maar om terug te komen op die vergelijking met de Olympische Spelen: ik denk vaak aan Sifan Hassan, die tijdens de 1500 meter in Tokio struikelde, opkrabbelde en uiteindelijk als eerste over de finish ging. Zo zie ik het ook met de mensheid: het gaat erom dat we inzien dat we gestruikeld zijn, maar dat we weer opstaan en gezamenlijk de zaken krachtig gaan aanpakken. En ik ben blij dat ik namens de Nederlandse regering mijn steentje daaraan mag bijdragen.”