Wat is jouw rol binnen 12 straten groen? 

‘Dit programma heeft met groen, natuur en milieu te maken – en dat kleeft aan mij. Ik ben natuurlijk oud-boswachter en word in 12 straten groen ook ‘Boswachter Tim’ genoemd. Ik heb vooral verstand van dingen die je in het bos tegenkomt, niet per se in tuinen of straten.'

'Door Anne en Martin ben ik zelf ook iets groener geworden. Naast het harde werken, probeer ik de boel een beetje luchtig te houden en af en toe pak ik er een machine bij. En we hebben natuurlijk ook bomen geplant!'

Voor Beestenbrigade werk je veel met kinderen, in 12 straten groen heb je vooral met volwassenen te maken. Wat is het verschil? 

‘Vergeleken met Beestenbrigade heeft 12 straten groen een serieuzere ondertoon. Dat merk je bijvoorbeeld in de gesprekken met volwassenen, die zijn minder luchtig dan met kinderen. Bij opnames met kinderen is er wel een script, maar het loopt meestal anders. Je probeert er gewoon het beste van te maken en meestal wordt het dan heel vet.’ 

‘Voor 12 straten groen hebben we in Alphen aan den Rijn met de kinderen uit de straat een schommel geplaatst. Die heb ik samen met de kinderen geopend. In Veenendaal heb ik met een jongen het ‘vissenbos’ geopend, waarvan hij de vissen-boswachter is. Dat vind ik zo leuk. Inmiddels ben ik bijna veertig, maar ik blijf een groot klein kind. Dat gaat niet meer uit mijn systeem.’ 

Wat wil jij meegeven aan kinderen als het gaat om het klimaat? 

‘Ik weet niet of heel jonge kinderen echt al bezig zijn met het milieu en de klimaatcrisis. Ik probeer kinderen vooral mee te geven dat het leuk is om naar buiten te gaan en dat daar van alles te ontdekken is. Dat is voor mij de basis. Als je daar met een programma een beetje aan kunt bijdragen, is dat natuurlijk hartstikke leuk.’ 

Is er tijdens de opnames van 12 straten groen iets gebeurd dat je bij zal blijven? 

‘Ik hou een beetje van slapstick humor. In de straat in Leeuwarden is een wateropvangsysteem. Een bewoner haalde daar een steen ging weg, de steen die het systeem afsloot. Toen hij de steen wegtrok, vloog de hele kap eraf en kreeg hij al het water over zich heen. Dat vond ik een heerlijk moment.



Zulke ongelukjes gebeuren mij ongetwijfeld ook. Ik heb bijvoorbeeld geprobeerd om met een graafmachine te rijden, maar dat ging voor geen meter. Ik heb er eigenlijk ook helemaal geen verstand van, maar ik geloof dat ik er nog best goed van af ben gekomen.’