Hoe kijkt cabaretier Richard Groenendijk (52) terug op zijn tijd in de Rotterdamse horeca toen hij twintig was? In De reünie herenigt presentator Herman van der Zandt bekende gezichten met mensen die bepalend waren voor een periode in hun leven. Samen met zijn horecacollega’s van Het Heerenhuys blikt Richard terug. 'Ik overschreeuwde mezelf.'
Van het platteland naar de grote stad
Als tiener verhuist Richard Groenendijk vanuit Goeree-Overflakkee naar de grote stad Rotterdam. Met een studentenkamer boven een coffeeshop begint hij aan zijn volwassen leven. En wat hoort daarbij? Een studentenbaan. Bij het imposante restaurant Het Heerenhuys komt Richard terecht. Daar maakt hij vrienden voor het leven.
In De reünie ziet de cabaretier, presentator en acteur zijn oud-collega’s uit de Rotterdamse horeca terug. Zij zijn getuige van zijn eerste stappen op het podium. Wij spreken hem direct na de opnames van De reünie.
Hi Richard! Hoe kijk jij terug op de tijd die je in Het Heerenhuys in Rotterdam had?
Richard Groenendijk: ‘De tijd dat ik in Het Heerenhuys werkte, was er één waarin ik nog heel erg in ontwikkeling was. Ik was eager. Ik wilde graag cabaretier worden en het theater in. Maar ik vond de horeca ook leuk.
Bij Het Heerenhuys hadden we een hele hechte vriendengroep. En als ik mezelf zo terugzie op beeld uit die tijd, ben ik eigenlijk niet zo heel erg veel veranderd. Ik ben natuurlijk wel ouder geworden, maar ik houd nog steeds van kletsen en delegeren en doen.’
'Ik overschreeuwde mezelf in die tijd'
Aan welke drie woorden denk je als je de Richard van toen omschrijft?
‘Ambitieus, druk en onzeker. Ik zie wel dat ik mezelf ook een beetje overschreeuwde hier en daar.
Maar ik was dus ook ambitieus. Het hele leven ligt nog voor je. Je jeugd heb je net gehad, je bent net twintig. En dan? Dan gaat het allemaal beginnen.
Je voelt je natuurlijk heel wat, als je in zo'n groot restaurant werkt met verantwoordelijkheden. En je woont op jezelf, met je eigen kamer, onder de vleugels van je ouders vandaan. Ja, dat is heel bijzonder.’


Als je nu een les mocht geven aan je jongere zelf, wat zou dat dan zijn?
‘Ik zou nu tegen mijn jongere zelf zeggen: het komt wel goed. In die tijd maak je je druk of je erbij past, of je er wel goed genoeg uitziet, of je goed genoeg bent, of je ooit iemand zal vinden waar je je leven mee deelt. Dat soort dingen.
Ik zou nu nog wel eens twintig willen zijn en dan weten wat ik wat ik nu weet. Maar dat kan gelukkig ook niet.’
'Toen ik jong was, maakte ik me druk of ik erbij paste en of ik goed genoeg was'
Wat is de grootste blunder die je hebt begaan tijdens je werk in de horeca?
‘Ik moest een keer bellen naar een meneer. We hadden van hem een fax ontvangen dat hij zijn feest bij ons wilde cancelen. Ik moest hem bevestigen dat we die fax in goede orde hadden ontvangen, en dat het feest dus niet zou doorgaan.
Maar toen belde ik die man, en zei ik: Nou meneer, het feest gaat door hoor! Dus die man, die zei: ‘Nee, ik heb het toch gecanceld?!’ En ik zei: Nee hoor, het gaat door. Geen enkel probleem! Daarna zag ik dat Naomi (een collega, red.) wild naar me stond te gebaren dat het feest juist níét doorging.
Nou, zo ben ik nu nog. Ik lees nooit de gebruiksaanwijzing, maar begin altijd gelijk te bouwen.’
Wat is het raarste wat je hebt meegemaakt op de werkvloer?
‘Het allerergste wat ik ooit heb meegemaakt is met Fons (een collega, red.), die rücksichtlos en knettergek is. Hij had ooit een medisch probleem, waardoor hij besneden moest worden.
De volgende dag kwam hij naar Het Heerenhuys met een potje met sterk water en een klein reepje voorhuid erin. Daar had hij dan toch een dikke pret over! En ik heb drie nachten geen oog dicht gedaan. Maar dat was typisch Fons; daar moest ik heel erg om lachen.’
'Mijn collega nam een potje sterk water met een reepje voorhuid erin mee naar de werkvloer'
Hoe is het om nu met de groep horecacollega’s weer bij elkaar te zijn?
‘Het is net alsof we elkaar gisteren allemaal nog gezien en gesproken hebben. We kennen elkaar, en iedereen gaat nu na de opnames weer met elkaar door op dezelfde voet. Het gekke is dat je nu pas beseft hoe bijzonder die groep toen was.
Toen was dat gewoon. Je werkte daar en dat was fijn. Maar nu denk je: ja, die periode is toch wel bepalend geweest voor veel van ons.’
Denk je dat jullie elkaar hierna weer vaker gaan zien?
‘Ik heb met een aantal al die jaren contact gehouden en ben goed bevriend gebleven.
Nu gaan we met z’n allen een appgroep oprichten. Het leek mij wel slim - omdat ik dit allemaal veroorzaakt heb - om van de zomer eens met zijn allen bij mij te borrelen. En dan ook met de mensen die er vandaag niet bij konden zijn.’
De reünie is iedere woensdag om 21.30 uur te zien bij KRO-NCRV op NPO 1 en te streamen via NPO Start.

