Theoloog Ria Weyens ontdekte dat ze meditatie aan het gebruiken was om te ontsnappen aan haar pijn en verdriet. Ze leerde stil te staan bij haar eigen lijden en hoopt nu anderen te laten ervaren, wat ze zelf heeft ervaren: de opluchting die vrijkomt als je pijn en verdriet volledig omarmt.

Ria Weyens is theoloog en schrijfster. Ze noemt zichzelf ‘een monnik in de wereld’ en geeft retraites in contemplatieve levenskunst. Tijdens haar studie religiewetenschappen ontdekte ze zenmeditatie. De stilte die ze hier ondervond smaakte naar meer: ze besloot enkele jaren mee te leven in een trappistinnenklooster nabij Charleroi. Tóch begon het verlangen naar de wereld buiten de kloostermuren steeds sterker te worden. Ze vertrok naar India, waar ze enkele jaren meeleefde in een interreligieuze ashram.

Na India was ze enkele jaren werkzaam in Londen in het internationaal centrum voor meditatie in de Christelijke traditie. Daar maakte ze een spirituele crisis door. Ze realiseerde zich dat ze meditatie aan het gebruiken was om te ontsnappen aan menselijke schaduwkanten, alsof pijn en verdriet er niet mochten zijn. Psychotherapie gaf haar wél de mogelijkheid om stil te staan bij haar lijden. Ze realiseerde zich uiteindelijk dat al haar inspiratiebronnen elkaar konden aanvullen: christendom, boeddhisme én psychotherapie.

Ria Weyens
Ria Weyens

Weyens hoopt dat ze met haar boeken en cursussen mensen kan laten ervaren wat ze zelf heeft ervaren: de opluchting die vrijkomt als je pijn en verdriet volledig omarmt. Je verdiepen in het paasverhaal kan hierbij ook wonderen doen: 'Kerst is een viering van ons innerlijk licht. Maar hoe komen we bij dat licht? Door ook het lijden te zien als onderdeel van het leven. En dat is waar het paasverhaal om draait.'

Kijk hier deze aflevering

De inspiratietekst van Ria Weyens

Luisteren naar bomen

Zie mij staan en leer van mij.

Ik ben een stevige boom,

diep geworteld in de aarde.

Alles begon met een klein zaadje,

een minuscule zaadje dat moest openbreken,

zodat het kon ontkiemen.

Ik groeide door donkere harde aardlagen heen ,

onweerstaanbaar aangetrokken door een licht,

dat ik niet kende, maar voorvoelde.

Een licht dat aan me trok en omhoog hief.

Nu ik in het licht sta,

is er niet alleen de warmte van de zon,

maar ook de kilte van de winter,

de snijdende kracht  van de storm.

Alleen door mee te buigen

breek ik niet.

Door het scheppend proces te laten gebeuren,

draag ik elk jaar opnieuw vruchten.

Vruchten die ik niet voor mezelf hou,

maar deel met iedereen, zonder onderscheid.

Zie mij staan.

Ik ben een stevige boom,

met wortels diep geborgen in de aarde,

en met takken die ik lofprijzend uitstrek

naar de hemel.

Zie mij staan en leer van mij.

(Ria Weyens : Van wonde naar verwondering. Pg. 81)