Lijken jullie veel op jullie papa?

“Nee!”, roept de vierling in koor. “En op mama dan?”, vraagt grotere zus Meike zich af. Aukje steekt voorzichtig haar vinger op. Waaruit Meike concludeert dat Aukje wel wat weg heeft van mama. “Maar Eefke lijkt ook op mama”, vult Meike aan.

Wat vinden jullie mooi aan jullie papa en mama?

“Zijn haren”, laat Eefke weten. Waarop Jinthe gelijk aanvult: “Ja, zijn haren! En mama heeft nu een hele mooie jumpsuit aan.” Hiske: “Ik vind zijn T-shirt en zijn broek het mooist.” Aukje: “Ik vind het gezicht van papa het mooist.” En mama? Aukje: “Alles!”

Waar zijn jullie ouders goed in?

Eefke: “Papa kan ons goed helpen met leren.”

Aukje: “Nee, papa kan ons niet goed helpen met leren. Maar mama juist wel.”

Jinthe: “Papa kan ons supergoed helpen met fietsen.”

Hiske: “En papa kan ons supergoed leren om te lezen.”

Hebben jullie een wens voor mama en papa?

“Ik hoop dat papa niet meer gaat kietelen”, grapt Hiske. “En dat mama gewoon blijft kriebelen.” Jinthe: “Voor papa hoop ik dat ik samen met hem nog lekker kan blijven stoeien. En dat mama goed kan blijven wassen en de was op kan hangen”, grapt Jinthe. Eefke: “Dat papa altijd gezond blijft.” Aukje: “Dat papa altijd gek blijft.” Hiske: “Ik wil papa nog iets wensen. Ik hoop dat papa altijd gezond en lief blijft. Ik hoop dat mama altijd, altijd, maar dan ook echt altijd blijft en wilt kriebelen.”

Willen jullie nog iets zeggen over mama & papa?

Eefke: “Dat papa lief is.”

Aukje: “Nee, dat papa gek is. Mama kun superlekker kriebelen en is heel lief!”

Jinthe: “Dat papa altijd sterk is en dat hij goed kan stoeien. En dat mama altijd zo grappig is.”

Hiske: “Dat papa lief is en dat mama echt super, super, superlekker kan kriebelen.”