In de koeling bij de supermarkt vind je talloze soorten room: kookroom, slagroom, koksroom en boerenroom. Waarom is er voor elke bereiding een verschillend potje? De vele varianten, elk met een eigen naam en belofte, zorgen vaak voor verwarring. De Keuringsdienst gaat op onderzoek uit.
Waar komt room vandaan?
De productie van room begint bij melk. Wanneer melk een tijdje stil staat, stijgt het vet naar boven. De dikke bovenlaag die dan ontstaat, is room. Haal je hier het vet af, dan heet dat afromen.
Vroeger werd die pure room direct gebruikt: voor het koken, en ook voor het maken van boter en kaas. Tegenwoordig nemen we met simpele room geen genoegen meer. De schappen liggen inmiddels vol met allerlei roomproducten. Maar wat is precies het verschil?
Slagroom
Volgens de wet mag een product alleen de naam slagroom krijgen als het minimaal 30 procent vet bevat. Waarom dat vet zo belangrijk is?
Het heeft meerdere functies. Vet maakt het onder andere mogelijk om slagroom op te kloppen. Zonder voldoende vetbolletjes zouden de luchtbelletjes in de room meteen weer verdwijnen.
Patissier Hidde de Brabander legt in de Keuringsdienst van waarde-uitzending uit: ‘Vet is niet alleen nodig om slagroom luchtig te kloppen, maar het zorgt ook voor de rijke smaak die room zo kenmerkt.’
Toch leeft er een hardnekkig misverstand: slagroom zou alleen geschikt zijn voor desserts. In de praktijk kun je slagroom ook goed gebruiken in sauzen, soepen en warme gerechten. En kookroom dan?
Kookroom en culinaire room
Kookroom bevat over het algemeen rond de 20 procent vet. Om de room stabieler te maken, voegen fabrikanten water, stabilisatoren en verdikkingsmiddelen toe. Het resultaat is een lichtere room die volgens de verpakking niet schift bij verhitting.
Culinair journalist Karin Luiten nuanceert dat beeld in de Keuringsdienst van waarde-uitzending: ‘Het is mensen aangepraat dat kookroom handig is, want dat schift niet. Maar met slagroom heb ik dit nog nooit meegemaakt.’
Culinaire room en koksroom verschillen nauwelijks van kookroom. Het zijn vooral andere benamingen, bedoeld om de consument het idee te geven dat er speciale soorten bestaan voor verschillende toepassingen.
De Keuringsdienst merkte op dat er in producten die gebruikt worden als kookroom ook nog weleens plantaardige oliën gaan. Maar waarom is dat zo? Presentator Ersin Kiris vraagt het aan de fabrikant.
Boerenroom
Naast de industriële varianten is room ook rechtstreeks bij de boer te verkrijgen. Die wordt vaak boerenroom genoemd. Het vetpercentage ligt meestal rond de 40 procent en er zitten geen toevoegingen in. Het resultaat is een volle, pure smaak.
Plantaardige alternatieven
Maar ze kunnen tegenwoordig zelfs room maken waar helemaal geen koe aan te pas komt. In de schappen liggen steeds meer plantaardige varianten, meestal op basis van oliën en vetten.
Soms worden er smaakstoffen of andere toevoegingen gebruikt om de romige beleving na te bootsen. Omdat ze geen melkvet bevatten en vaak een vetpercentage van 20 procent of minder hebben, mogen ze wettelijk niet de naam ‘room’ dragen.
Producenten presenteren ze als duurzamer alternatief en zijn geschikt voor wie geen dierlijke producten eet. Maar in smaak en mondgevoel verschillen ze vaak duidelijk van echte room.
Conclusie
Wie door het roomschap loopt, ziet al snel dat er veel verschillende soorten zijn en dat de namen niet altijd evenveel zeggen. Slagroom is vetter, voller en kan zowel in desserts als in warme gerechten worden gebruikt. Welke room je kiest, hangt uiteindelijk af van je gerecht en je persoonlijke voorkeur.
Wie voor gemak gaat, kiest misschien kookroom. Wie rijkdom en smaak belangrijk vindt, grijpt eerder naar slagroom of boerenroom. En voor wie duurzaamheid of dieetwensen een rol spelen, bieden plantaardige alternatieven uitkomst.
Meer van Keuringsdienst van waarde weten?
Schrijf in je voor de nieuwsbrief Groener eten & leven. Al duizenden mensen gingen je voor!
