Ineens was het overal in de supermarkt te vinden: kokoswater. Fris, exotisch en goed tegen de dorst. Voor een aardig prijsje kan jij je even in de tropen wanen. Maar waar komt het vandaan en krijg je waar voor je geld?
Kokoswater komt in tegenstelling tot regulier drinkwater niet uit de kraan, maar uit een noot. Je kunt deze noten in tropische temperaturen hoog in de bomen vinden. Koop jij dit exotische water toch liever in je lokale supermarkt? Dan is de kans groot dat je een groene of een bruine kokosnoot op de verpakking ziet staan. Maar is er naast de kleur een verschil tussen de kokosnoten, en uit welke kleur noot komt dit voorverpakte kokoswater eigenlijk?
Bruine noot
Om daar achter te komen is het belangrijk te kijken waar dat kokoswater precies verstopt zit. In landen als Sri Lanka zie je overal kokosnoten langs de weg liggen. Ze vallen letterlijk bij bosjes neer uit de bomen. Duur zijn ze daar dan ook niet. Nu visualiseer je waarschijnlijk zo’n bruine kokosnoot met behaarde schil, maar de locals drinken liever de groene of oranje variant.
De bruine kokosnoot is namelijk ouder en die zijn (volgens de lokale bevolking) niet lekker om te drinken. De jonge groene kokosnoot heeft de voorkeur. Die zijn ongeveer zes maanden oud als je het water ervan kan drinken.
Populariteit
Door de toename in populariteit van de Aziatische keuken, en verscheidene gezondheidsclaims werd dit tropische water ook naar Nederland gehaald. Als gevolg waren kokoswaterproducten niet meer aan te slepen in de lokale supermarkt. Aangezien wij hier geen klimaat hebben om kokosnoten te groeien, moet het kokoswater dan maar geïmporteerd worden.
Alleen het water dus, niet de hele noot. Vervolgens wordt het water in een fabriek in kartonnen pakken gegoten. Maar als je een groene kokosnoot drinkt, waarom staan er dan soms bruine op het pak afgebeeld? Herkenning, beweert de fabrikant. Wij kennen de kokosnoot nou eenmaal als die bruine bol.
Het kan zelfs zijn dat je een oranje kokosnoot drinkt. Toch zal de fabrikant dat niet op de verpakking zetten. Straks denkt de consument namelijk dat ze mango of sinaasappel drinken en dat moet voorkomen worden.
Duur restproduct
Nu ook Europeanen het kokoswater ontdekt hebben zullen er vast meer kokosnoten speciaal voor het water verbouwd worden. Dat valt tegen. In landen als Sri Lanka en Brazilië -waar de kokosnoten groeien- is het vruchtvlees het meeste waard. Het water wordt vaak beschouwd als restproduct en leverde voorheen helemaal geen winst op. Maar wij Europeanen hadden wel interesse in dat tropische water. Dus besloten de kokoslanden dat restproduct maar te gaan gebruiken. Een win-win situatie zou je zeggen. Toch?
De jonge groene kokosnoot levert het lekkerste water op, maar dat gaat niet op voor het vruchtvlees. Daar moet je een rijpe bruine kokosnoot voor hebben. Aangezien in landen als Brazilië vooral het vruchtvlees wordt gegeten, worden er voornamelijk bruine kokosnoten geoogst. En krijgen wij dus ook het afvalwater van die bruine noot. Het minst lekkere deel.
Sterker nog, een pak kokoswater bestaat voor zestig tot zeventig procent uit dat bruine kokoswater. De rest wordt aangevuld met de groene of oranje kokosnoten. Toch drinken wij het voorverpakte kokoswater maar al te graag. Uiteindelijk is het dus zowel een winsituatie voor de boeren als voor de fabrikant, maar waarom je als consument zulke hoge prijzen betaald voor dit exotische product dat voornamelijk bestaat uit restafval is onduidelijk.