Overal ter wereld worden oliën, margarines en boters gebruikt om in te bakken en te braden. Maar we smeren het ook elke dag op ons brood. Wat weten we over de keuze die we daarin kunnen maken? Maakt het eigenlijk uit wat je op je brood smeert?
Vetinname
Nederlanders eten gemiddeld zo’n 3,5 sneeën brood per dag wat neerkomt op ruim 1270 bammetjes per jaar! In veel gevallen gaat er een laagje boter over het brood dus dit zegt veel over de vetinname. Maar welke opties zijn er eigenlijk en wat zijn de verschillen?
Soorten boter
Je hebt (room)boter en margarine waarvan de eerste uit bijna niks anders dan vet bestaat. Het is namelijk afgeroomd melkvet. Boter is een beschermde term die pas gebruikt mag worden als het goedje uit minstens 80% melkvet bestaat, dus boter en roomboter zijn daarin hetzelfde. Je hebt aan de andere kant margarine met het grote verschil dat dit wordt gemaakt van plantaardige oliën, zoals lijnzaadolie, sojaolie en zonnebloemolie. Hier komt dus geen koe aan te pas.
Maar wat zit nu in wat?
Om door de boter het brood nog te zien sommen we hier even op wat voor verschillen er precies zitten in deze twee soorten.
Roomboter bevat van nature veel vitamine A en een klein beetje D en E. Mensen die er dus voor kiezen om met roomboter te smeren moeten er dus goed opletten dat ze vitamine D uit andere voedingsmiddelen halen.
Margarine daarentegen bevat veel meer vitamine D. Van nature minder vitamine A, want dit komt voornamelijk voorin dierlijke producten. Vitamine A wordt dan ook vaak aan margarine toegevoegd. Ook zit er in margarine ruim de helft minder verzadigde vetten. Verzadigd vet verhoogt de cholesterol, wat niet goed is voor hart- en bloedvaten.
Bij 6 boterhammen per dag heb je het bij margarine over ongeveer 6 gram onverzadigde vetten en bij roomboter maar liefst 16 gram. Het advies van het voedingscentrum is dan ook om te smeren met margarine, maar zorg vooral voor een afwisselend dieet.
Meer weten over eten?
Schrijf je in voor de Eerlijker eten nieuwsbrief.
