Aanstaande zaterdag staat in Petrus in het land de Haagse organisatie STEK (Stichting voor Stad en Kerk) centraal. Deze stichting ondersteunt mensen aan de rand van de samenleving in Den Haag.

Dominee Derk Stegeman, directeur van STEK, werkt samen met ruim 850 vrijwilligers en 50 medewerkers aan ongeveer twintig projecten in de stad, onder meer bij voedselbanken en in de hulpverlening aan mensen zonder papieren.

‘Ik denk dat het bij de kerk hoort dat we dit werk doen,’ vertelt Derk Stegeman.

Derk groeide op in Kameroen, waar zijn ouders werkzaam waren voor de kerk.

‘Toen we in Nederland terugkwamen, ontdekten we eigenlijk pas hoe groot het verschil was en hoe rijk we in Nederland zijn.’

Als kind vroeg hij zich af waarom mensen in Nederland zoveel betere kansen hadden dan zijn vriendjes in Kameroen: ‘die vraag is nooit meer weggegaan.’

Een streep door de stad

Het werken met mensen die in armoede leven geeft Derk veel energie.

‘Die veerkracht die mensen laten zien, vind ik zo bemoedigend. Dat mensen die in zulke nare situaties beland zijn, de manier waarop ze hier zijn en zich als het ware uit het moeras trekken - daar kan ik echt heel blij en geïnspireerd van worden.’

Met STEK wil Derk bijdragen aan een stad waarin de kloof tussen rijk en arm kleiner wordt.

‘Er loopt een streep door onze stad: een streep tussen zand en veen, tussen goede en slechte buurten, tussen dure appartementen en schimmelende portiekwoningen, een streep tussen rijk en arm.’

Volgens hem zijn gelijke kansen in het huidige systeem nog geen realiteit. De maatschappelijke structuren houden de kloof tussen arm en rijk in stand.

Naaigroep van STEK
Vrouw uit Bethanië

Je leven delen met armen

Om zich te blijven inzetten voor meer gelijkheid laat Derk zich inspireren door een uitspraak van Jezus:

'De armen zijn altijd bij jullie,' zegt Jezus in Marcus 14:7 en Matteüs 26:11.

Die woorden zijn op het eerste gezicht moeilijk te duiden. Zijn ze bedoeld als een nuchtere constatering, of zelfs fatalistisch, alsof armoede er nu eenmaal altijd zal zijn?

In Marcus 14:3–8 (NBV21) staat:

Toen Hij in Betanië in het huis van Simon – degene die aan een huidziekte had geleden – aanlag voor de maaltijd, kwam er een vrouw binnen. Ze had een albasten flesje bij zich dat gevuld was met zeer kostbare, zuivere nardusolie. Ze brak het flesje open en goot de olie uit over zijn hoofd. Sommige aanwezigen zeiden geërgerd tegen elkaar: ‘Waar is deze verkwisting goed voor? Die olie had immers voor meer dan driehonderd denarie verkocht kunnen worden, en dat geld hadden we aan de armen kunnen geven.’ Ze voeren tegen haar uit. Maar Jezus zei: ‘Laat haar met rust, waarom vallen jullie haar lastig? Ze heeft iets goeds voor Mij gedaan. Want de armen zijn altijd bij jullie, en jullie kunnen weldaden aan hen bewijzen wanneer je maar wilt, maar Ik zal niet altijd bij jullie zijn. Wat ze kon, heeft ze gedaan: ze heeft mijn lichaam nu al met olie gebalsemd, met het oog op mijn begrafenis. 

Voor Derk is die uitspraak geen excuus om armoede te accepteren, maar juist een opdracht. In het leven van een christen betekent dat: de armen actief betrekken bij je gemeenschap. 

Dat kan alleen door je leven daadwerkelijk te delen met mensen die minder hebben en, net als de vrouw die het dure flesje uitgiet, bereid te zijn veel te geven om hen tegemoet te komen: 'zorg dat ze met je meevieren, met je mee-eten, dat ze meeleven en meewerken.'

Ben je benieuwd naar het hele verhaal van Derk en wat STEK allemaal doet?

Kijk aanstaande zaterdag om 17.10 uur naar Petrus in het land op NPO 2. 

Elke week inspiratie in je mailbox?

Schrijf je dan in voor de KRO-NCRV inspiratienieuwsbrief

Levensbeschouwing Nieuwsbrief