Ruim 7.000 familienamen van slaafgemaakten die in het koloniale Suriname op plantages werkten, zijn bewaard gebleven. Het is Pointer gelukt om inzichtelijk te maken waar deze voormalige tot slaafgemaakten leefden. Ga met Pointer terug in de tijd en duik in de Surinaamse geschiedenis van de negentiende eeuw.
Cijfers op een rijtje
In 1863 werden meer dan 45.000 slaafgemaakten vrijverklaard na de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen. Per vrijverklaarde slaaf kregen de slavenhouders gemiddeld 300 gulden (nu 3200 euro). Pointer stuit op 7.613 familienamen van 223 plantages. Van de plantages zetten ze er 173 op de kaart.
Voorouders zoeken op een lijst
Echt vrij waren de slaafgemaakten alleen niet. Ze werden verplicht een karige arbeidsovereenkomst af te sluiten om hun werk nog tien jaar lang op basis van jaarcontracten te blijven doen. De 'Wet op de Opheffing van de Slavernij' bepaalde dat slavenhouders een lijst moesten maken met de namen van de slaafgemaakten die zij in bezit hadden. Dit zijn namen van de voorouders van veel Nederlanders met een Surinaamse achtergrond.
Bijzonder verhaal van Rowan
Waaronder ook de voorouders van Spot On presentator Rowan Blijd. Tussen het nationale vliegveld van Suriname en Paramaribo ligt het dorpje Bersaba op de voormalige houtplantage La Prosperité. De voorouders van Rowan komen hier vandaan. Zij hebben in 1882 de plantage, waar zij ooit als slaafgemaakten leefden, kunnen kopen van de toenmalige eigenaren.
Op 19 mei 1882 ondertekende ze de akte van eigendom. In vier delen gekocht gesplitst onder negen kopers voor 3.250 gulden in totaal. “De familie heeft nu nog steeds het recht om op die grond kavels vrij te maken voor eigen gebruik”, zegt Rowan. Haar familie zit in het bestuur van het dorp en regelt de werkzaamheden in en rond Bersaba. "Onze voorouders hebben heel hard gewerkt om aan de vier aflossingen te voldoen. Dit moet de plek blijven waar we met de familie heen kunnen blijven gaan”, vertelt Rowan.