Paden van Staatsbosbeheer zijn regelmatig aangelegd met menggranulaat, gemalen bouwpuin afkomstig van gesloopte gebouwen. Uit een recente inventarisatie van Staatsbosbeheer blijkt dat bij de aanleg van honderden kilometers aan wandel – en fietspaden dit funderingsmateriaal is gebruikt.

Menggranulaat wordt voornamelijk gebruikt als funderingsmateriaal in de wegenbouw. Eroverheen komt dan een laag asfalt. Het is een goed alternatief voor primaire grondstoffen zoals zand of grind. Maar dit recyclinggranulaat mag tot 1 procent van het gewicht uit vervuiling bestaan, zoals plastic, metalen, rubber en gips.

Het is daarom niet gek dat wandelaars uit heel het land bij Pointer vorig jaar klaagden over vervuilde wandelpaden. Sommigen van hen kwamen zelfs met een vuilniszak vol bouwafval thuis. Een wandelpad bevat al gauw tonnen recyclinggranulaat, en daarmee dus ook kilo’s afval.

Staatsbosbeheer concludeert nu dat de samenstelling van menggranulaat niet geschikt is voor gebruik in het buitengebied. “Eén procent plastic lijkt weinig, maar omdat plastic weinig weegt, kan het toch tot onaanvaardbare hoeveelheden stukjes plastic leiden”, zegt woordvoerder Marcel van Dun.

Daarom stapt Staatsbosbeheer over van standaard menggranulaat met maximaal 1 procent vervuiling naar een schoner type menggranulaat met maximaal 0,1 procent vervuiling. Volgens Staatsbosbeheer hebben grote puinbreekbedrijven aangegeven dat zij hun installaties hiervoor kunnen aanpassen en het granulaat extra kunnen schoonmaken.

Minder paden verharden

Het schonere type menggranulaat is wel tien tot twintig procent duurder. Staatsbosbeheer hoopt dat de meerprijs beperkt zal zijn als meer weg- en terreinbeheerders voor dit schonere product gaan kiezen. Om het gebruik van menggranulaat te verminderen zegt Staatsbosbeheer daarnaast dat nieuwe paden in principe onverhard blijven, tenzij echt noodzakelijk.

Wil je meer weten over het onderzoek van Pointer? 

Klik hier!