Onze planeet is een minuscuul onderdeel van het immens grote universum. Hoewel het leven op aarde vanzelfsprekend lijkt, wordt het steeds moeilijker door klimaatverandering. Wat vertelt de sterrenkunde ons hierover en is er een alternatieve plek waar we kunnen leven? Sterrenkundige Frans Snik geeft antwoord.

Meer planeten dan sterren

Frans Snik, sterrenkundige aan de Universiteit Leiden, werkt aan diverse ruimteprojecten en zoekt naar leven op exoplaneten. Dit zijn planeten buiten ons zonnestelsel. 'Exoplaneten waren altijd sciencefiction, maar bleken dertig jaar geleden ineens keiharde realiteit. Sterker nog, we weten nu dat er meer planeten dan sterren zijn.', vertelt Snik.

De sterrenkundige legt uit dat er met gigantische telescopen wordt gezocht of er nog ander leven bestaat. Waarom willen we dat zo graag weten? 'Het is puur het bevredigen van onze nieuwsgierigheid. Door vragen als ‘waar komen wij vandaan’ en ‘wat is er verder in het heelal’ is de sterrenkunde ontstaan.', zegt Snik.

Broeikasgassen

In de duizenden jaren dat wij als mens op aarde leven, is er veel veranderd. 'Door broeikasgassen is er leven op aarde ontstaan. Zonder CO2 zou onze planeet een bevroren sneeuwbal geweest zijn. 'Het maakt de aarde leefbaar en speelt nog altijd een grote rol daarin. Het huidige probleem is de gigantische groei aan broeikasgassen door menselijk toedoen. Dit brengt de natuur uit evenwicht', zegt Snik.

'Het is aan ons om deze planeet leefbaar te houden'

Effect klimaatverandering op sterrenkunde

Die verandering heeft ook weer invloed op de sterrenkunde. 'We hebben niet voor niets telescopen gebouwd in Chili, La Palma en Hawaï', zegt Snik. 'Door klimaatverandering verschuiven luchtstromen, waaronder zeer sterke wind die op 9 à 10 kilometer hoogte waait, ook wel straalstromen genoemd. ‘Hierdoor is ook de lucht boven onze telescopen onstabieler geworden.’ Als gevolg van deze verandering in luchtstromen maken telescopen minder scherpe beelden van het heelal.

Impact van de Pale Blue Dot-foto

Sterrenkundige waarnemingen tonen aan dat we zuinig moeten zijn op onze planeet. Een goed voorbeeld daarvan is de beroemde Pale Blue Dot-foto uit 1990 van sterrenkundige Carl Sagan. Hij nam vanaf de ruimtesonde Voyager 1 een foto van de aarde. 'Sagan liet de sonde van de Voyager 1 nog één keer ronddraaien toen hij voorbij de baan van Neptunus was om een soort ultieme selfie van het zonnestelsel en de aarde te nemen', vertelt Snik. 'Op de foto zie je een heleboel niks en één pixel in het midden. Die ene pixel, de pale blue dot, dat zijn wij met z’n allen.'

Die foto is volgens Snik erg belangrijk. De urgentie dat we voorzichtig moeten omgaan met onze planeet wordt hiermee extra benadrukt. 'Het is die ene pixel waar we het mee moeten doen. Die wereld blijft echt wel doordraaien. Of dat nou met of zonder ons is. Het is aan ons om deze planeet leefbaar te houden, want er is geen andere planeet waar we met z’n allen naartoe kunnen.'

 

'Stel dat er op honderd lichtjaar afstand een levende beschaving zou zijn, dan duurt het meer dan honderdduizend jaar om ze te bereiken'

Levende beschaving?

Volgens de sterrenkundige is ruimtereizen erg ingewikkeld en dat is uit het verleden meerdere keren gebleken. 'Neem nou de reis naar de maan. Op en neer vliegen was een hele lastige onderneming, dat durfden we de afgelopen vijftig jaar niet eens aan', herinnert Snik zich. 'Mensen zijn überhaupt niet verder dan de maan gekomen in het heelal.' Op de foto van Sagan is dat maar zo'n zes pixels.

Als er ergens in onze kosmische achtertuin al een levende beschaving zou zijn, kunnen we die volgens Snik niet zomaar bereiken. 'Stel dat die beschaving zich op honderd lichtjaar afstand zou begeven, dan zouden we meer dan honderdduizend jaar moeten vliegen om ze te bereiken. Die levende beschaving komt echt niet naar ons toe en wij gaan ook niet naar hen. Bovendien zou communiceren moeilijk zijn, want het duurt honderd jaar voordat een signaal bij hen aankomt.'

‘Op de lange termijn zou de mensheid wel na moeten gaan nadenken over een volksverhuizing'

Geen prettige plek om te leven

Zelfs binnen ons eigen zonnestelsel is vervoer van personen een lastige onderneming. 'Tijdens bijvoorbeeld een tripje naar Mars ben je 8 maanden lang overgeleverd aan de elementen. Je moet altijd alles zelf meenemen en er hoeft maar een zonnestorm overheen te komen, en je bent dood vanwege stralingsziekte', zegt Snik. De ruimte is volgens hem een prettige plek om je als sterrenkundigen mee bezig te houden, maar voorlopig niet om te leven als mensen.

 

Leven op Mars

‘Op veel langere tijdschalen zou de mensheid wel na moeten gaan nadenken over een volksverhuizing,’ aldus Snik. Het is duidelijk dat het leven op aarde over een paar miljard jaar sowieso onmogelijk wordt omdat deze dan in z’n geheel wordt verzwolgen door de zon die dan door z’n laatste brandstof jaagt.

In onze geschiedenisboeken kennen we nu een paar duizend jaar aan evolutie van het menselijk vernuft en kunnen. Volgens Snik behoren verhuizingen en vakanties naar Mars vast wel tot de mogelijkheden als de mensheid over vele miljoenen jaren nog bestaat en doorontwikkeld is. Maar vooralsnog hebben we toch wel iets beters te doen als mensheid. 'En voor wetenschappelijk onderzoek kunnen we veel beter robotkarretjes en satellieten naar Mars sturen. Al kan ik wel wat mensen suggereren die ik een enkeltje Mars gun...' aldus Snik.