Op tweejarige leeftijd wordt Akar geadopteerd uit Thailand door zijn Nederlandse ouders Arnold en Janny. In 2018 komt hij met behulp van Spoorloos in contact met zijn biologische familie. Op dat moment lijdt hij aan acute leukemie. In dit interview vertelt Akar hoe het nu met hem gaat. “Ik heb altijd rondgelopen met vragen, die zijn nu beantwoord.”

Wanneer Akar door adoptie in Nederland terechtkomt, blijkt hij ernstig ziek te zijn. Hij ondergaat direct een grote operatie. Ook geeft een arts aan dat Akar door zijn lichte verstandelijke beperking mogelijk nooit kan leren praten. Waarop moeder Janny reageert met: “Moet jij eens opletten.” Akar leert praten én rondt de koksopleiding af. Maar dan voelt hij op 30-jarige leeftijd kramp door zijn hele lichaam. “Ik kon niks meer en wist dat er iets niet goed was”, legt hij uit. Hij komt erachter dat hij acute leukemie heeft. Zijn ziekte is de aanleiding voor de zoektocht naar zijn biologische familie in Thailand. Een zoektocht deels geboren uit noodzaak naar een stamceldonor.  

Uitdaging 

Uiteindelijk vindt hij in Nederland, via Stichting Matchis, een anonieme stamceldonor. Nu is hij bijna 35 jaar en genezen. “Ik ben nu al een tijdje schoon, maar moet mijn hele leven nog wel naar het ziekenhuis voor controles.” Hij werkt op dit moment als kok bij Indonesisch restaurant Miro in Houten. “Ik dacht: waarom ook niet? Ik wilde een andere uitdaging. Nu leer ik weer veel nieuwe dingen. Ik heb het erg naar mijn zin.”  

Akar (2)

De ontmoeting met zijn Thaise familie voelt dubbel. “In die tijd was ik heel erg ziek. Het kostte onwijs veel energie. Maar het is geweldig dat ik mijn biologische familie uit Thailand heb ontmoet.” Akar ontdekt veel overeenkomsten. Zo geeft hij aan het gevoel te hebben dat zijn innerlijk overeenkomt met die van zijn biologische moeder. Ook ontdekt hij hetzelfde loopje te hebben als zijn biologische vader. Maar communiceren met zijn familie is lastig. “Zij kunnen amper Engels en ik kan geen Thais.” Wel wil Akar op Thaise les. “Door de klanktonen is het een lastige taal. Maar in het verleden heb ik mezelf ook Duits aangeleerd. Dat kan ik nu redelijk spreken. En hetzelfde geldt voor Spaans.”  

Vragen beantwoord 

De kennismaking heeft ervoor gezorgd dat zijn vragen zijn beantwoord. “Ik liep altijd rond met vragen: Wie ben ik? Wie zijn mijn ouders? Waarom ben ik op deze wereld gezet?” Het luisteren naar het verhaal van zijn biologische ouders was erg heftig. “Toen mijn biologische ouders een jaar of 16 waren kregen ze mij. Daar waren mijn opa en oma niet blij mee. Uiteindelijk ben ik naar een kinderadoptiecentrum gebracht. Maar een paar dagen later had mijn moeder spijt en wilde ze mij terug. Ze kwam aan bij het ziekenhuis en kreeg daar te horen dat een verpleegster mij had meegenomen. Toen was ik naar het centraal overheidskindertehuis Piathai in Bangkok gebracht. Daar heb ik twee jaar gewoond. Dat kreeg mijn moeder niet te horen. ”  

Akar (3)

Na het bezoek van zijn Thaise familie in Nederland hebben ze elkaar niet weer gezien. “Mijn Thaise familie heeft er het geld niet voor. Ik wil wel heel graag een keer langsgaan. Eén keer eerder ben ik in Thailand geweest, maar toen kende ik mijn biologische familie nog niet.” Echt veel contact heeft Akar niet met zijn familie. “Soms op Facebook. Dan zie ik iets van ze voorbijkomen. Ik weet dat mijn biologische moeder is verhuisd en een nieuwe man heeft. En mijn jongste zus heeft een kind gekregen! Maar verder weet ik niet echt waar ze mee bezig zijn. Als ik een beetje Thais kan lezen of schrijven, dan snap ik het beter.”  

'Dit heb ik ontdekt tijdens mijn ziekte: Geef nooit op!'

Akar heeft alles een plaatsje kunnen geven in zijn hoofd en hart. Voor hem is de cirkel rond. “Ik ben blij dat ik in Nederland woon. Ik heb een goed leven en lieve adoptieouders, zij zijn echt mijn ouders. Dat vind ik heel bijzonder.” Hij vervolgt: “Ik wil mensen aanraden nooit op te geven. Dit heb ik ontdekt tijdens mijn ziekte. Heb een doel in je leven. En probeer er altijd het positieve uit te halen. Probeer van iedere dag te genieten.”