Eeuwenlang was Portugal het rijke land dat geld in zijn kolonie Angola stopte. Nu zijn de rollen omgedraaid en heeft Angola de touwtjes in handen. Lees hier hoe dat kwam.

Ze shoppen bij Louis Vuitton en Chanel, eten uitsluitend bij de beste restaurants en kopen luxe appartementen. We hebben het over Angolezen die het hebben gemaakt en nu hun geld laten rollen in Portugal, hun oude kolonisator.
Het is opmerkelijk, want het zijn er niet een paar, ze zijn met veel. Angolezen bezitten inmiddels zo’n groot aantal woningen in luxe appartementencomplexen dat die gebouwen de ‘Angolans’ Buildings’ worden genoemd. En dat is voor hen nog maar hun tweede of derde woning.
De rollen zijn omgedraaid
De New York Times schreef dit interessante artikel over deze nieuwe omwenteling. Angola werd jarenlang bijgestaan door het Zuid-Europese land, en nu profiteert Portugal van de inkomsten die via de Angolezen binnen komen. Die hebben ze ook hard nodig na hun verliezen tijdens de economische crisis. Angola-expert Celso Felipe: “We hadden altijd het idee dat Angola een arm land was dat geholpen moest worden. Dat blijkt niet meer zo te zijn.”

Angola’s booming business
Na een eeuwenlange bezetting door Portugal werd Angola in 1975 een onafhankelijk land. Daarna werden de Angolezen decennia lang geteisterd door burgeroorlogen, die voor grote armoede zorgden. Maar vanaf 2002 ging het Angola voor de wind. Doordat er eindelijk vrede was, kon het land zijn olieproductie en -verkoop optimaliseren. Binnen enkele jaren groeide Angola uit tot de top 20 olieproducenten ter wereld.
Angola redt Portugal, big time
Tegelijkertijd onderging Portugal een tegengestelde ontwikkeling. Het land werd keihard getroffen door de financiële crisis, wat bijvoorbeeld zorgde voor een recordpercentage jeugdwerkloosheid. Meer dan veertig procent van de jongeren had geen werk.

Portugal zat te springen om buitenlandse investeringen. Angola had het geld daarvoor en pompte het graag in haar voormalige kolonisator. Volgens António Monteiro, voormalig minister van Buitenlandse Zaken en huidig voorzitter van Portugals grootste bank, heeft Angola zo talloze Portugese banken en bedrijven gered.
In Angola noemen ze Portugal 'de wasserette'
Wel een hele grote wasserette
Maar deze Angolese investeringen waren uiteraard geen liefdadigheid. Ana Gomes, politica voor de Portugese Socialisten partij: “In Angola noemen ze Portugal ‘de wasserette’. En dat is ook zo.” Ze doelt hiermee op grootschalige witwaspraktijken. De Angolese rijkdom is namelijk voor een groot deel het product van corruptie, en de rijke Angolese elite verdoezelt dit door in Portugal kranten, voetbalclubs, wijngaarden en grote bedrijven op te kopen.

Leven van €2,60 per dag
Deze corruptiepraktijken krijgen een extra nare bijsmaak doordat veel Angolezen nog altijd onder belabberde omstandigheden leven. Meer dan de helft van de werkende bevolking moet het doen met slechts €2,60 per dag en door de slechte gezondheidszorg sterven er nog altijd veel mensen aan ziektes die voorkomen zouden kunnen worden. Er stierven onlangs honderden mensen ten gevolge van een gele koorts epidemie.
Portugal verwelkomt de Angolese investeringen met open armen
De welvaart uit de olie-industrie komt dus vooral ten goede aan de Portugese economie en aan de rijke groep Angolezen die in die industrie werkzaam zijn. De gemiddelde Angolees merkt er niets van.
Portugal accepteert haar nieuwe rol
Portugal lijkt daar echter weinig moeite mee te hebben en verwelkomt de Angolese investeringen met open armen. Door haar nieuwe rol als ondergeschikte lijkt ze ook weinig keus te hebben. Onlangs werd er onderzoek gedaan naar Angolese kopstukken in een corruptiezaak. Die werden daar zo boos om dat ze dreigden de banden met Portugal te verbreken. Dit schrok Portugal zo af dat de minister van Buitenlandse Zaken het onderzoek onmiddellijk afbrak en publiekelijk excuses maakte aan Angola. Over onder de plak zitten gesproken...
Voorlopig zul je in Lissabon dus nog wel aardig wat Angolezen in de Chanel-winkel tegenkomen. Lees het hele artikel hier: