Voor velen van ons is het dit hetgeen waarmee we opstaan in de ochtend, wat we doen wanneer we op de trein staan te wachten en zelfs om ons te vermaken tijdens een toiletbezoek. Maar wat levert het ons op? En misschien een betere vraag, hoe komen we er vanaf?
Doom… wat?
Je wekker gaat en de je telefoon is het eerste dat je ziet als je je ogen open doet. Even snel het nieuws checken: wat is er in de afgelopen acht uur gebeurd in de wereld? De meeste berichtgeving brengt ons voornamelijk slecht nieuws, of nóg slechter nieuws. Niet de meest positieve start van je dag dus.
Voor je het weet ben je zo een uur verder en is het enige dat het doomscrollen je heeft opgeleverd een slecht humeur. Vervolgens weet je jezelf na een douche misschien naar kantoor te slepen (of jezelf in het thuiskantoor te parkeren), en voordat je écht begint aan je dag lees je nog snel het laatste nieuws over de Amerikaanse president of een twitterhack die de wereld in z’n greep houdt.
Een hardnekkige gewoonte
Eindeloos scrollen is inmiddels een ingebakken gewoonte geworden. Kijk maar eens om je heen: hoeveel mensen zitten er tijdens de lunch, in het openbaar vervoer of tijdens een borrel non-stop met een telefoon in hun handen en scrollen om de haverklap achteloos door een onuitputtelijke hoeveelheid aan nieuwsberichten? An sich kun je je al afvragen hoeveel het je oplevert om zo veel tijd met je telefoon te spenderen, maar doomscrollen gaat verder dan dat. Het is een proces waarbij we weten dat het nieuws ons eigenlijk angstig, verdrietig of boos maakt, maar dat we toch een drang voelen om de berichten te blijven consumeren.
Hoe kom je er vanaf?
Het is absoluut geen verloren zaak. Gewoontes kunnen hardnekkig zijn, maar dat betekent niet dat je er niets aan kunt veranderen. Adam Gazzaley, neurowetenschapper en schrijver van het boek ‘The Distracted Mind: Ancient Brains in a High-Tech World’ zet een aantal tips op een rij om van deze gewoonte af te komen:
Weg met je oude gewoonte, op naar een nieuwe!
Erkenning is key
Erken dat doomscrollen slecht is voor de (mentale) gezondheid, zegt Gazzaley. Hij vergelijkt het met een rat die vast zit in zijn wiel: wil je als mens vastzitten in val waarbij je je hele leven non-stop (slecht) nieuws consumeert?
Maak een plan
Stap twee in de richting van een gezonde nieuwsconsumptie is volgens Gazzaley om een (realistisch) plan te maken. Een duidelijk plan kan ons helpen om een gewoonte af te leren waarbij het nieuwe plan op den duur routine wordt. Weg met je oude gewoonte en op naar een nieuwe!
Kies bijvoorbeeld een vast moment op de dag waarbij je het nieuws leest of kijkt. Het kan helpen om een timer te zetten van tien minuten waarbij je na die minuten stopt met scrollen door je nieuwsfeed. Dr. Murthy, schrijver van het boek 'Together: The Healing Power of Human Connection in a Sometimes Lonely World' heeft een radicalere tip: doe een elastiekje om je arm en bij ieder nieuwsbericht waarbij je denkt dat het geen positieve invloed op je heeft, trek je aan het stiekje.
(Gebrek aan) sociaal contact
Volgens schrijver Sharon Salzberg is mediteren ook een goede manier om de oneindige cyclus aan informatie die we binnenkrijgen te blokkeren. Veel mensen werken nog thuis en misschien mis je collega's bij het koffieapparaat om je hart te luchten. Bij gebrek aan sociaal contact is het makkelijk om jezelf te verliezen in het wereldwijde web. Volgens Salzberg kan meditatie uitkomst bieden: om onszelf verbonden te voelen met mensen om ons heen (ook al zien we ze niet in onze directe omgeving) kan het helpen om toch bewust met hen bezig te zijn. "Haal een paar keer diep adem en denk aan de mensen die je in het verleden hebben geholpen", zegt Salzberg.
Nu we er over nadenken levert het doomscrollen ons bar weinig op. Wie weet is het goed om nog eens na te denken over de tips van Gazzaley en je af te vragen of het inderdaad nodig is om zoveel (slecht) nieuws te consumeren. Misschien is twee keer per dag tien minuten scrollen genoeg om onszelf van informatie te voorzien, en kunnen we die overige uren voortaan gebruiken voor iets gezelligers.