Zin in morgen radio besteedde dit weekend aandacht aan de tentoonstelling Ode aan Antwerpen in Museum Catharijneconvent in Utrecht. Wie gaat kijken, ziet de invloed van Vlaamse schilders op de Hollandse schilderkunst en leert over de scheiding tussen katholiek en protestants Nederland.

Meer dan 80 schilderijen

Tot half september zijn er in Museum Catharijneconvent in Utrecht meer dan tachtig schilderijen te zien die vertellen hoe de Antwerpse schilderkunst in de zestiende eeuw ten grondslag lag aan de schilderkunst in de zeventiende eeuw in de Noordelijke Nederlanden. Denk maar eens aan Frans Hals, die met Rembrandt en Vermeer tot de top 3 van Hollands schilders gerekend wordt. Hij had zijn wortels in Antwerpen en signeerde zijn schilderijen met ‘Frans Hals van Antwerpen’.

Micha Leeflang is conservator van de tentoonstelling: ‘Antwerpen was in de zestiende eeuw het economische en politieke middelpunt van West-Europa. De stad betekende ook voor de kunst een bloeitijd waarin de Antwerpse school van schilders ontstond.’

Katholiek worden of vertrekken

‘De Val van Antwerpen in 1585 was echter een kantelmoment. Antwerpen viel in Spaanse handen en bleef katholiek. De protestanten kregen de keuze: of katholiek worden of binnen vier jaar vertrekken. Velen, onder wie een groot aantal kunstenaars, kozen voor het laatste. Ze trokken naar Amsterdam en daar zorgden deze migranten voor welvaart.’

‘De scheiding tussen de Noordelijke Nederlanden, overwegend protestants, en de katholieke Zuidelijke Nederlanden was toen een feit. Omdat Antwerpen ook de Schelde als handelsroute kwijtraakte, nam Amsterdam de economische rol van Antwerpen over en na een halve eeuw was Amsterdam qua grootte de derde stad van West-Europa.'

'Wat wij nu de typische Hollandse schilderstijl noemen, heeft dus zijn oorsprong in Antwerpen. Die geschiedenis, de wisselwerking en de verdere eigen ontwikkelingen in beide Nederlanden laten we aan de bezoeker zien.’

Heilige Christoffel

Zo is in de tentoonstelling het schilderij Landschap met de heilige Christoffel (ca. 1520) van de Vlaamse schilder Joachim Patenir te zien. Dat toont een panoramisch landschap met daarin de figuur van de reus Christoffel met het Christuskind op zijn schouders. De religieuze voorstelling is ondergeschikt gemaakt aan het landschap. Deze stijl van panoramisch landschap ontwikkelt zich in Noordelijke Nederlanden verder tot de bekende Hollandse landschappen.

Joachim Patinir, Landschap met de heilige Christoffel.
Hendrick de Clerck, Aanbidding van de koningen.

Hanna bidt om een wonder

Een ander mooi voorbeeld van eigen verdere ontwikkeling is het schilderij Hanna bidt om een wonder (1643) van de Amsterdamse schilder Jan Victors. De bijbelse Hanna bidt in de tempel om een kind en priester Eli doet een profetie dat zij inderdaad een kind zal krijgen. Zij krijgt Samuel, de latere profeet. Jan Victors stond bekend als steile calvinist, op dit schilderij goed te zien aan het ingetogen kleurgebruik. Zijn Antwerpse katholieke tijdgenoot Peter Paul Rubens schilderde heel wat flamboyanter.

Veertig extra schilderijen

Speciaal voor de tentoonstelling leende de kunststichting Phoebus Foundation Antwerpen veertig schilderijen uit. Conservator Micha Leeflang: ‘Zonder die medewerking was deze tentoonstelling niet mogelijk geweest. De stichting heeft een prachtige collectie kunstwerken uit de Zuidelijke Nederlanden van de zestiende en zeventiende eeuw. Die sluit heel mooi aan bij de bijbelschilderkunst uit de Noordelijke Nederlanden van ons museum.’

De aanbidding der koningen

Schilderijen uitlenen voor een tentoonstelling is altijd een goed moment om naar de conditie van de werken te kijken en ze eventueel te restaureren. The Phoebus Foundation heeft een eigen restauratieatelier en daar zijn speciaal voor deze tentoonstelling enkele werken gerestaureerd. Bijvoorbeeld het omvangrijke schilderij De aanbidding der koningen (ca. 1610) van de Vlaamse schilder Hendrick De Clerck.

Lust voor het oog

Hoofd van het restauratieatelier Sven Van Dorst: ‘Dit schilderij heeft lang in een kapel gehangen. Dat verklaart ook de afmetingen, zo’n 2 bij 1,5 meter. Op het schilderij zat kaarsvet, het was vuil, de verf was her en der beschadigd en de vernislaag zwaar vergeeld. Door de restauratie zijn de sprankelende kleuren weer tevoorschijn gekomen, de witte hoofddoek en het mooie gezicht van Maria zijn niet langer geel. Het schilderij had geen lijst, dus die is nieuw. De lijstenmaker heeft prachtige decoraties in het hout aangebracht. Voor de bezoekers zal het een lust voor het oog zijn.’

Stof van matrassen

Tijdens de restauratie werd ook ontdekt dat voor het doek stof van matrassen is gebruikt. Herkenbaar aan de blauwe lijnen in de stof. Het was in die tijd niet zo eenvoudig om aan echt schilderdoek te komen.

Wat maakt het vak van restaurator zo bijzonder? Sven Van Dorst: ‘Je mag allereerst het kunstwerk aanraken. Je bent vaak heel lang met het kunstwerk bezig en daardoor raak je met het werk én met de kunstenaar intiem verbonden. Je ziet bijvoorbeeld een haartje van een penseel of een klein foutje van de kunstenaar. Daarom is het ook zo dat elk schilderij dat je restaureert je favoriet wordt.’

Tekst: Hennie Burggraaff. Beeld: Catharijne Convent