6e Zondag van Pasen (a)
Pastoor Arjen Bultsma
St. Franciscusbasiliek, Bolsward

Lezingen:
Handelingen 8, 5-8.14-17
1 Petrus 3, 15-18
Johannes 14, 15-21

Als je een mooi en betekenisvol schilderij hebt, zul je het graag op een zo gunstig mogelijke manier willen ophangen. Naast de vraag tegen welke wand het te plaatsen, is daarbij de keuze van de lijst heel belangrijk. Je kunt kiezen voor een brede lijst of juist smalle. Heel bont of liever eenvoudig. Wat je ook kiest, die lijst heeft een effect op hoe er naar dat schilderij gekeken wordt. Een klein schilderij kan door een grote lijst meer opvallen. Bepaalde kleuren in het schilderij komen door de lijst meer naar voren. Afijn, u kunt zich het misschien voorstellen. Als je het goed doet, dan worden het schilderij, de lijst en de wand één geheel.

Het evangeliegedeelte van vandaag kan aan de hand van deze gedachten over de samenhang tussen het schilderij, de lijst en de wijdere omgeving enigszins toegankelijk worden gemaakt.
De evangelist Johannes neemt ons, net als afgelopen zondag, mee terug naar de bovenzaal vlak voordat Jezus zal worden overgeleverd. Jezus heeft de voeten van de leerlingen gewassen en het laatste avondmaal heeft plaats. Judas is al vertrokken. Niet lang hierna zal Jezus zijn kruis opnemen en aan dat kruis de geest geven.
Het kan niet anders of de spanning moet daar om te snijden zijn.

De redevoering die Jezus nu houdt, gaat echter niet zozeer over het beklemmende van zijn aanstaande dood, maar over de betekenis van wat komen gaat. Vandaag wordt nog eens te meer duidelijk, dat die betekenis twee kanten op werkt. Er is de betekenis voor Jezus zelf. Wat komen gaat, betekent voor Hem een terugkeer naar zijn hemelse Vader. En deze terugkeer brengt een leven van intense, blijvende en werkelijk hartelijke verbondenheid tot stand. De mens-geworden-Zoon zal helemaal met de Vader zijn. Jezus spreekt zelfs van in zijn Vader zijn.

Het aanstaande paasgebeuren werkt ook onze kant op. Jezus spreekt over de Heilige Geest die als een andere Helper gezonden wordt. Een toezegging die niet losstaat van de oproep Jezus lief te blijven hebben en zijn geboden te onderhouden. We horen daarbij al doorklinken wat Hij in een volgend deel van deze afscheidsrede nog gaat zeggen: “Dit gebied ik u, dat u elkaar liefhebt”.
Wij mensen blijken aldus niet als buitenstaanders te hoeven kijken naar de intense, blijvende en werkelijk hartelijke verbondenheid die de band tussen Vader en Zoon kenmerkt. Jezus zegt het zo: “Ik in mijn Vader, Gij in Mij en Ik in u”. Me dunkt dat we ons dit niet innig genoeg kunnen voorstellen.

Wat Jezus doet, is laten zien hoe zijn leven, zijn dood en verrijzenis ons leven, ons samenleven en heel onze geschiedenis van een nieuwe lijst voorziet. Het wijdere kader van wie God is, verandert niet. De door het paasgebeuren aangepaste lijst doet evenwel meer dan ooit de liefde van God oplichten in het schilderij van ons leven een samenleven.

De werkelijkheid van ons bestaan wordt met de blik alleen op dat schilderij zelf, niet anders. Naast vreugde ervaren we nog steeds ook pijn, verdriet en angst. Misschien maakt u zelf nu wel een moeilijke periode door.
Als we evenwel na Jezus’ woorden vandaag van een afstandje willen kijken en onze tunnelvisie willen opgeven, zien we meer. Dan zien we hoe God er weldegelijk bij is. Hoe Hij ons doordringt met zijn liefde en onze hoop is. We zien hoe we mogen leven in intense, blijvende en hartelijke verbondenheid met Hem en zo ook met elkaar.