Tweede zondag door het jaar (a).
pastoor René Wimink
St. Joriskerk - Eindhoven

Lezingen:
Jesaja 49, 3.5-6
1 Korintiërs 1, 1-3
Johannes 1, 29-34

Aan het begin van de gebedsweek voor de eenheid wordt ons als gedoopten wereldwijd opnieuw met de opdracht op het hart gelegd om te bidden voor de eenheid. Dat is geen sociaal-politiek gereduceerde opdracht, maar een geloofsdaad aansluitend bij Jezus’ bede om eenheid. Maar is het dan zo belangrijk om in wereld met zoveel andere grote problemen hier nu alle aandacht op te vestigen? De bede om eenheid is niet een geïsoleerde activiteit voor een enkeling, maar de opdracht voor een paar miljard christenen wereldwijd en – officieel – miljoenen in ons eigen land. De bede om eenheid brengt ons bij Iemand in wie wij tot eenheid worden gevormd: Jezus, de mens-geworden God-met-ons! Die Jezus die zich blijvend bereikbaar maakt door zijn woord en sacrament in het hart van de Kerk. Durven we Hem, de eerst en altijd aanwezige, daar serieus te nemen? Die zo verlangde eenheid is heilzaam ook voor het grotere geheel van de mensenfamilie. Gods gelaat wordt immers zichtbaar waar de eenheid in Christus en omwille van Christus groeit. Maar wie is die Christus???

Johannes de Doper komt Jezus vandaag tegen, zo hoorden we. Johannes wist in eerste instantie ook niet Wie Hij was, die zo gewoon in  midden Galilea was opgegroeid. Het evangelie meldt twee keer dat Johannes het – uit zichzelf – ook niet wist wie Jezus was. Nu weet hij het wel en zegt het ook, terwijl hij naar Jezus wijst: “Zie het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt. Een indrukwekkende zin, die duiding geeft aan de top van de zending van die Jezus: Hij zal zich volledig wegschenken, offeren aan de Vader, om ons de weg naar de Vader weer open te maken. Daar ligt precies een moeilijk item: het wegnemen van de zonden van de wereld…. Dat woordje “zonden” klinkt niet zo fijn en gezellig en daar horen we – ook doorheen de eeuwen – niet zo graag over.

Inderdaad, misschien best een vervelend begrip, maar wel prima duiding van onze gebroken realiteit met God, de naaste en onszelf. In elk tijdvak heeft de mens last van de onvolkomenheid, van de zonde, dat zichtbaar en voelbaar wordt in de gebroken liefde tot God en tot de naaste. Je zou kunnen zeggen dat het de mens beschadigt in zijn wezen en in het bijzonder als verbondshouder met God.

We vierden nog maar net Kerstmis, de Geboorte van Jezus in Bethlehem, stad van het brood. Maar Hij bleef niet in Bethlehem en Hij bleef ook geen baby…. De evangelist Johannes meldt de allereerste ontmoeting van Jezus en die is met Johannes de Doper. We noemen de Doper ook “wegbereider” en “aanwijzer van de Verlosser”. Heel zijn zending bestaat in het voorbereiden en aanwijzen van Degene in wie het toppunt van de verwachting van Gods handelen onder ons gekomen is: Gods bevrijdend handelen door de Zoon. Het is de centrale reden van Jezus’ komst in een gebroken wereld: de openbaring van de bevrijdende liefde van de Vader. Pas door de komst van Jezus wordt duidelijk dat God het serieus meent met de mens en niet alleen voor een klein eliteclubje, maar voor alle volken. Hij brengt bevrijding door zijn eigen leven hier en nu op te geven om de mens Toekomst te geven met een hoofdletter, duurzame toekomst zonder einde. Een enorme inhoud in die éne zin van de Doper. De kracht van Jezus’ zending geldt ook voor nu, voor u en mij, voor ons, voor heel de christenheid en voor alle volken. Het is het hart van de zending van de Kerk.

Mooi, maar wat kunnen wij daarmee? Voor ons is het cruciaal onze identiteit in Christus als broers en zussen (opnieuw) dieper te leren verstaan. In deze gebedsweek gaan we gezamenlijk in onze stad een gebedsestafette maken, acht dagen lang. Samen bidden vraagt de grondhouding om te willen luisteren naar Degene tot wie wij ons richten en die ons uiteindelijk tot eenheid brengt. Dat alleen al legt een sterkere bodem voor eenheid en groei in gemeenschap in versnipperde wereld waar individualisme en het voortdurend lijkt op te nemen tegen de diepmenselijke honger naar een intens samenleven. Dat gezamenlijk gebed is gebaseerd op ons doopsel. De dag van ons doopsel werd getekend door het water, waar Jezus als Gods Zoon in afdaalde; de Heilige Geest, die in de gedaante van een duif op Jezus neerdaalt en Johannes krijgt de bevestiging dat juist deze degene is die zelf zal dopen met de Heilige Geest, God die in ons woont. Als gedoopten hebben wij deel aan Jezus’ leven. Dat houdt een grote verantwoordelijkheid in met vele facetten. Samen bidden en ons verdiepen in wie Christus is en de Kerk, maakt het besef groter wat onze verantwoordelijkheid is vanuit Christus: Gods goedheid de wereld in brengen door recht te leven voor God en de naaste. Het is de route van Johannes: aanwijzer zijn van Gods verhulde aanwezigheid onder ons.