Feest van de Heilige familie (b)
Petruskerk, Roelofarendsveen
Pastoor Jack Glas

Genesis 15, 1-6; 21, 1-3
Hebreeën 11, 8.11-12.17-19
Lucas 2, 22-40

In de voorbereiding op een doopsel blijkt vaak dat de ouders om het doopsel vragen omdat ze iets willen doorgeven aan hun kind. De zaken die zij belangrijk vinden in het leven, die waardevol zijn. De term “normen en waarden” valt dan wel eens.
Hoe dan ook, het geloof speelt daarbij in ieder geval een rol van betekenis. En natuurlijk weet niemand hoe een kind zich later zal ontwikkelen en of het lukt om het geloof door te geven, of dat een kind later toch een andere weg kiest.

Maar, zoals een vader me ooit vertelde tijdens zo’n gesprek: als je een kind geen voetbal geeft, zal het niet leren voetballen en zo is het ook met het geloof, als een kind zonder geloof opgroeit dan zal het ook snel niet leren geloven…
We kunnen concluderen dat een gelovig leven vaak begint binnen het gezin!

En eigenlijk was dat voor Jezus niet anders!
Ondanks alle bijzondere gebeurtenissen rond zijn geboorte, en het duidelijk is dat Jezus een heel bijzonder kind is, een goddelijk kind, houden Maria en Jozef vast aan de tradities, aan hun geloof. Zo gaan zij, samen met Jezus, op de vastgestelde tijd naar de tempel om Hem aan de Heer op te dragen.

En dan, op die plek, krijgen ze een inkijkje in de toekomst Twee gelovige mensen, Simeon en Hanna herkennen Jezus als de Messias. Zij getuigen van wat God hen heeft doorgegeven.
Het gebeurt daar: in de tempel, onder de ogen van Maria en Jozef die het geloof voorleven daar krijgt het plan van God z’n vervolg. En ook bij die andere heilige familie waar we in de eerste en tweede lezing over hoorden, speelt het geloof een grote rol!
Dan heb ik het over Abram, Sara en hun zoon Isaak. Door zijn geloof wordt Abraham een vriend van God genoemd, door dat geloof zal Sara toch een kind krijgen, door dat geloof worden de afstammelingen van Abraham tot een groot volk.
Isaak groeit op in dat gezin, waar zijn ouders het geloof voorleven. Daar krijgt het plan van God z’n vervolg. Die familie speelt dus een belangrijke rol.

En niet alleen voor Isaak en Jezus, dat geldt voor ons allemaal. Geloof is niet iets als rekenen of taal dat je op school leert. Geloof is een houding, een vertrouwen op God. Het is leven in het besef dat de Heer ons kan helpen, ons hoop kan geven, zijn licht kan laten stralen in onze duisternis en ons uitzicht kan geven op het eeuwig leven.

Dat is niet iets dat we uit een boek of via de sociale media kunnen leren. Geloof moet worden voorgeleefd. Ja, het gelovige leven begint vaak in een familie!

Maar, allemaal goed en wel, denkt u misschien. Dat is voor mij allemaal niet van toepassing. Gewoonweg omdat uw familieomstandigheden anders zijn. Misschien zijn de kinderen al het huis uit of heeft u die nooit gehad, misschien bent u alleen.
Dan is het goed te beseffen dat die gelovige familie zich niet tot één gezin beperkt. We noemen God onze Vader. Maakt ons dat geen broers en zussen van elkaar? Een grote familie? Samen het geloof beleven kan ervoor zorgen dat het groeit en dat die relatie met Christus meer en meer waardevol wordt. Ja, een mooie plek om te beginnen is het eigen gezin, maar het rijkt verder.
Als bijvoorbeeld opa of oma kunt u ook heel veel betekenen en besef ook dat het niet alleen om kinderen gaat. Denk ook aan mensen in uw omgeving. Probeer het begrip “familie” zo breed mogelijk te zien. Daar waar twee of meer samen zijn in Jezus’ naam, daar is Hij, daar kan het gelovig leven tot bloei komen en Gods plan z’n vervolg krijgen!

Denk daar vandaag en deze week eens over na: voor wie en op welke wijze bent u een “gelovige familielid”. Op welke manier leeft u, op uw eigen unieke wijze, het geloof voor? Want laten we samen proberen die gelovige en ook heilige familie te zijn!
In het vertrouwen dat Christus dan onder ons is en zijn licht steeds feller zal schijnen in ons leven, in onze familie, in onze gemeenschap.