4e Zondag van Pasen (a)
Wim kardinaal Eijk
Lourdesgrot, Lourdes, Frankrijk

Lezingen:
Handelingen 2, 14a.36-41

1 Petrus 2, 20b-25
Johannes 10, 1-10

In ons leven moeten we heel wat deuren kiezen en zien open te krijgen om verder te komen. Als we eenmaal volwassen zijn en op eigen benen staan, bevinden we ons als het ware in een hele grote ruimte en zien we tegenover ons een menigte van deuren die we kunnen kiezen: deuren die leiden naar wegen die ons in het leven verder of minder ver brengen, of deuren naar wegen die tot mislukking en de ondergang leiden. We kunnen zelfs de deur van de kerk kiezen, al heeft die in onze tijd aan populariteit sterk ingeboet.

Wat vinden we achter die deur van de kerk? We vinden daar “een huis om in te wonen,” zoals de tussenpsalm 23 het uitdrukt, waar Christus ons bedient terwijl we eten en drinken, zodat we weer op krachten kunnen komen en nieuw leven van Hem kunnen ontvangen. Dit doet Hij heel in het bijzonder wanneer we de Eucharistie vieren.

En wat vinden wij in de Kerk, dat huis dat God voor ons bouwt en waarin Hij woont, als wij de Eucharistie vieren? Wij ontmoeten daar Jezus, Degene die ons bedient, onder de gedaanten van brood en wijn. Hij is door zijn kruisdood en verrijzenis de deur die ons toegang geeft tot een waarachtig christelijk leven, het eeuwig leven en onze verrijzenis.

Er zijn tal van goeroes in deze wereld die ons ik weet niet wat beloven op het gebied van geluk en welzijn. Maar zij komen de schaapstal niet binnen via de deur, dat wil zeggen via Jezus, maar via een andere weg. Zij kunnen ons niet helpen het ware doel van ons leven te ontdekken en te bereiken. Het echte leven, en dat is het leven bij God, bereiken we alleen als we de deur van de schaapstal nemen, dat wil zeggen kiezen voor Jezus.

Jezus vereenzelvigt zich in het 10de hoofdstuk van het evangelie van Johannes zowel met de deur van de schaapstal als met de herder. De schapen luisteren naar de stem van de Herder, omdat zij die herkennen.

We zouden ons kunnen afvragen waarom er dan zoveel christenen zijn die helemaal niet naar Jezus’ stem luisteren. Met de schapen die zijn stem herkennen bedoelt Jezus mensen die er uit vrije wil voor gekozen hebben naar zijn Evangelie te luisteren, zich er ten diepste door te laten raken en daarom hun hele leven daardoor laten bepalen. Wanneer echter mensen zijn huis, de Kerk, praktisch nooit bezoeken, vergeten zij Jezus’ stem en herkennen zij die op den duur niet meer.

Jezus zorgt ervoor dat zijn stem in de wereld blijft klinken, tot op de huidige dag. Hij geeft zijn apostelen en hun opvolgers de bisschoppen en hun medewerkers een bijzondere gave van de Heilige Geest, waardoor zij zijn stem met gezag kunnen vertolken en met name het sacrament van de Eucharistie en dat van Boete en Verzoening (de Biecht) kunnen bedienen. Vandaar dat de bisschoppen en de priesters ook evenals Jezus ‘pastores’, herders, worden genoemd.

Uit gesprekken met priesterstudenten is mij opgevallen dat een opmerkelijk aantal onder hen hun roeping tijdens een bedevaart naar Lourdes heeft ontdekt. Blijkbaar herkennen zij Jezus’ roepstem en worden zij zich bewust van hun roeping op voorspraak van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Dit is een reden tot grote dankbaarheid jegens haar. Het is een uiting van haar moederlijke zorg voor ons.

Bidden we Maria om haar voorspraak dat de Heer ons roepingen tot het priesterschap schenkt, zodat er ook in de toekomst priesters zullen zijn om in zijn huis, de Kerk, de Eucharistie te vieren en zo de Goede Herder onder ons present stellen, die voor onze deur is naar een leven met God en de verrijzenis.

Tevens bidden we ook om roepingen tot het diaconaat en het religieuze leven. Diakens stellen op sacramentele wijze de dienstbaarheid van Jezus present. Religieuzen sporen door hun leven volgens de drie evangelische raden (kuisheid, armoede en gehoorzaamheid) anderen aan om Jezus steeds intenser na te volgen. Priesters diakens en religieuzen maken de Kerk tot een huis waarin de stem van de Goede Herder ook herkenbaar is en blijft.