Twee dierbare rolmodellen leren Annemiek zonder morren ouder te worden, schrijft ze in haar nieuwe column. ‘Wie oud geboren is, wordt tijdens het klimmen der jaren steeds onbezorgder.’
Grappige dag. Ik breng m’n laptopje naar de computerdokter en die noemt het vijf jaar jonge toestelletje ‘vintage’. Vervolgens vraagt iemand m’n mailadres die vertederd reageert op de ouderwetsheid ervan. ‘Niemand gebruikt zo’n adres nog.’ Daarna informeert dezelfde man of ik niet bang ben dat men mij te oud voor televisie vindt.
Lang geleden heb ik me gewapend tegen deze dag. Als ik vroeger ‘sjans’ had, nam ik me voor dat niet gewoon te vinden. Er zou een dag komen dat er niet meer naar me gefloten zou worden, zo wist ik al jong. Ik oefende zo goed dat ik me begon af te vragen of er een gat in m’n panty zat als iemand naar m’n benen keek.
'Wie oud geboren is wordt tijdens het klimmen der jaren steeds onbezorgder'
Op zaterdagavond ging ik niet met z’n allen naar de disco, maar in m’n eentje naar een orgelconcert. Mijn ouders lachten achter m’n rug. Maar wie het laatst lacht, schatert het fijnst.
Wie oud geboren is wordt tijdens het klimmen der jaren steeds onbezorgder. Hoe dat precies zit weet ik ook niet maar het werkt wel. Ik keek het af van m’n rolmodellen. Mijn rijpe concertvriend was een schitterende man die zonder morren oud, kwetsbaar en afhankelijk werd.
Mijn grootmoeder was een schoonheid die zonder enige klacht over haar lippen haar rimpels in ontvangst nam. Bij de computerdokter hoor ik haar lage stem: ‘Tobben laten, kind.’