Zin in morgen op NPO Radio 5 sluit elke week af met een moment van bezinning. Deze week een overdenking van KRO-NCRV's De verwondering redacteur Amber Coomans.
Op de binnenplaats van het Catharijneconvent in Utrecht staat een bijzondere boom. Er hangen tientallen briefjes in, met namen van mensen. Wat al deze mensen gemeen hebben? Ze waren allemaal dakloos, en ze zijn allemaal overleden. Wat ik niet wist is dat dak- en thuislozen vaak anoniem begraven worden. Ze gaan dan naamloos de vergetelheid in. Straatpastor Bart van Empel wilde hier verandering in brengen en creëerde met deze ‘levensboom’ een gedenkplek.
Dit alles wordt mij verteld door Marcel, een ex-dakloze die mij een rondleiding geeft door de binnenstad. Dit keer staat eens niet alle pracht en praal, maar juist de rouwe, weggestopte kant van de stad centraal, door de ogen van een dakloze. Ik dacht altijd dat zo’n leven een eenzaam bestaan was. Dat er onderling vooral strijd is om de beste slaapplaatsen. Maar Marcel laat mij een andere kant van dakloosheid zien: “de helft van de mensen in deze boom waren mijn vrienden.” Zegt hij met een brok in zijn keel. “En ze zijn allemaal vóór hun zestigste overleden.” Marcel zwijgt.
'de helft van de mensen in deze boom waren mijn vrienden'
Eigenlijk zijn ze natuurlijk al gestorven vóór het werkelijke sterven, bedenk ik me. Het is een vorm van maatschappelijke dood. Alles waar wij als normale burgers onze identiteit aan verlenen, hebben zij in hun leven af moeten leggen. Geen groot huis, geen carrière, geen luxe kleding en geen aanzien. Wat overblijft is een mens in al zijn naakte kwetsbaarheid.
Waarom vinden we dat toch zo moeilijk om te zien? Misschien omdat het ons confronteert met onze eigen kwetsbaarheid. Toch hebben wij mensen uiteindelijk allemaal hetzelfde lot: over 100 jaar zal ook ik in de vergetelheid zijn geraakt. Ik kijk Marcel aan, zijn lieve ogen stralen warmte uit. Samen staan we onder de boom des levens, en ik voel dat we verbonden zijn.