In een duister naaldbos staat Annemiek ineens vol in het licht. Ontroerd denkt ze aan het verhaal van de Griekse filosoof Diogenes. ‘Hij liet zien dat niemand erbij gebaat is om als schaduw te fungeren’, schrijft ze in haar column.
'‘t Is een duister naaldbos waar ik tijdens mijn wandeling in verstrikt ben geraakt. De grond is zo van regenwater verzadigd, dat mijn schoenen steeds diep in de modder gezogen worden. Vast symbolisch bedoeld. Ik grinnik er maar om. Na een half uur in duisternis ploeteren, sta ik ineens in open veld en schijnt de zon vol in mijn gezicht. Ik blijf staan, ontroerd.
Deze onverwachte ontmoeting met het licht doet me denken aan een oud verhaal. Ooit leefde in Griekenland, in een grote houten ton, de wonderlijke filosoof Diogenes. Op een dag kreeg hij bezoek van de vorst Alexander de Grote.'
'Laten we vederlicht het komende jaar beleven'
'Toen deze voor zijn ton stond, zei hij tegen de filosoof: ‘Ik wil je graag een geschenk aanbieden. Je mag vragen wat je maar wilt.’ Diogenes antwoordde: ‘Misschien wilt u een stapje opzij doen, want u staat in mijn zonlicht.’
Hier, in het open veld, valt er nieuw licht op dit oude verhaal. Hoe zou het zijn als we het komende jaar eens wat onbeschroomder zijn in het aan de kant schuiven van kwesties, maar ook van mensen die in ons zonlicht staan. Dat is niet hard maar heilzaam.
De Griekse filosoof liet zien dat niemand erbij gebaat is om als schaduw te fungeren. Laten we vederlicht het komende jaar beleven, ons gezicht naar de zon gericht.'