Dit is de heilige plek van journalist Sinan Can
Een plek om op te laden en stil te staan bij de betekenis van het leven: in Museumpark Orientalis kan het in alle rust. Geen wonder dus, dat het de heilige plek is van journalist Sinan Can.
Museumpark Orientalis, vlakbij Nijmegen, is een 30 hectare groot Rijksmonument waar religie, cultuur en natuur samenkomen. Hier wandel je door de kleurrijke wereld van drie wereldreligies: het jodendom, het christendom en de islam. Zo bezoek je in het Joodse dorp een echte synagoge, beleef je de oudheid in de Romeinse straat en drink je een kop zoete thee in het Arabisch dorp. En dat allemaal terwijl je wordt omringd door de Gelderse bossen.
Pelgrimeren in Nederland
Het park kent een rijke geschiedenis: het werd in 1911 opgericht als devotiepark en groeide al snel uit tot een pelgrimsoord voor gelovigen die niet in staat waren naar het heilige land te gaan. Ook vandaag de dag wandel je hier nog langs gebeurtenissen uit het evangelie en ontdek je de rituelen, tradities en vieringen van het Christendom, het Jodendom en de Islam.
Ook voor het ervaren van rustgevende natuur zit je hier goed. Het verrassende glooiende landschap van Museumpark Orientalis nodigt je uit om stil te staan, te bezinnen en tot rust te komen.
Drie geloven
En precies daarom is dit één van de favoriete plekken van journalist Sinan Can, die hier al komt sinds hij 7 jaar oud is. ‘Ik vind het mooi dat op dit park de drie geloven samenkomen’, legt Sinan uit. ‘Ik reis veel naar het Midden-Oosten en daar zie je dat het deze religies zijn die elkaar het leven zuur hebben gemaakt.’
Oorlog, criminaliteit, armoede: al jarenlang ziet Sinan veel menselijk leed tijdens zijn reizen naar het Midden-Oosten. Museumpark Orientalis is de plek waar hij na thuiskomst kan opladen. ‘Ik heb weken, soms wel maanden nodig om alles te verwerken wat ik heb gezien. Deze plek is dan helend en rustgevend. Als ik hier wandel is het alsof dat allemaal van mij afvalt.’
'Alles wat mooi is, komt terug'
Als kind van twee links-activistische ouders kreeg hij in zijn jeugd niet veel mee over religie. Daarin verdiepte hij zich pas later, na een heftige periode. ‘Na de dood van mijn neef heb ik me verdiept in het soefisme, de mystieke stroming van de Islam. Wat mij heel erg aansprak, was dat ze zeiden: “Alles wat mooi is, komt terug”. Dat vond ik zo troostend.’