Een bezoek aan een van de vier pauselijke basilieken van de stad Rome: Sint-Paulus buiten de Muren. Het gebouw heeft door de eeuwen heen veel schokkende gebeurtenissen doorstaan: aardschokken, een verwoestende brand en een geloofsstap van een Nederlandse prinses die een schok veroorzaakte...

Aan de Via Ostiensis in Rome ligt al sinds de 4e eeuw de basiliek Sint-Paulus buiten de Muren. Sint Paulus geheten omdat ze gebouwd werd op de plek waar volgens de traditie de heilige apostel Paulus is begraven, en 'Buiten de Muren' omdat ze buiten de oude stadsmuren van Rome was gelegen.

In de Handelingen van de Apostelen lezen we dat de apostel Paulus na zijn arrestatie de laatste twee jaar van zijn leven in Rome doorbracht in huisarrest. De ketenen waarmee hij volgens de overlevering vast zat aan zijn Romeinse bewaker worden tot op vandaag in de basiliek bewaard.

Paulus zou door Nero zijn berecht en door onthoofding de martelaarsdood zijn gestorven. Een christelijke vrouw Lucina, liet hem begraven op een begraafplaats die zij bezat aan de Via Ostiense. Al gauw kwamen vele pelgrims bidden bij zijn graf. in de 4e eeuw liet keizer Constantijn de gedachtenisplek opgraven en liet hij een basiliek bouwen op de plek van het graf. Driekwart eeuw later werd deze alweer vervangen door een grotere kerk. Na een aardbeving werd de kerk hersteld en verder uitgebreid totdat deze groter was dan de toenmalige Sint Pieter. Daarmee was Paulus buiten de Muren de grootste kerk ter wereld.

In 1823 sloeg het noodlot toe: een dakwerker die het lood aan het repareren was veroorzaakte brand. Het verwoestende vuur legde vrijwel de gehele basiliek in de as. Alleen de apsis en het graf van Paulus onder het altaar bleven gespaard. Paus Leo XII riep op tot herbouw, en vanuit de hele wereld kwamen donaties binnen. De reconstructie ging door tot in de 20ste eeuw. De vierkante zuilengalerij werd betaald door de Italiaanse regering, die de basiliek uitriep tot nationaal monument, hoewel de basiliek formeel extraterritoriaal bezit is van de Heilige Stoel.

Soms wordt gefluisterd dat de Dag des Oordeel zal aanbreken als alle uitsparingen vol zijn

Boven de zuilen in de basiliek zelf zie je een galerij van ronde mozaïeken van alle pausen, van Sint-Petrus tot paus Franciscus. De meeste originelen gingen verloren in de brand, maar werden wel gereconstrueerd. Niet lang na de verkiezing van paus Franciscus was ik toevallig bij een audiëntie op het Sint Pietersplein waar het portret van de nieuwe paus werd onthuld en gezegend. Soms wordt gefluisterd dat als alle uitsparingen vol zijn de dag van het oordeel zal aanbreken. Maar iets zegt me dat ze voor die tijd wel een ander plekje voor nieuwe portretten zullen vinden.

Deze basiliek was ook de plaats van een opzienbarende gebeurtenis rond een van de leden van het Nederlandse koningshuis: Prinses Irene werd hier op vrijdag 3 januari 1964 door de Nederlandse kardinaal Alfrink gedoopt. De toetreding van de prinses tot het Rooms-katholieke geloof kwam voor iedereen, zelfs voor het koningshuis en voor Alfrink, als een volslagen verrassing. De doop gebeurde niet publiekelijk in de grote basiliek zelf, maar achter gesloten deuren in de binnenkapel van St. Paulus buiten de Muren. En bovendien vond de doop plaats 'sub conditione', onder voorwaarde. Irene was namelijk in mei 1940, midden in de oorlog al gedoopt in de privé-kapel van Buckingham Palace door een dominee. Omdat er nog geen wederzijdse dooperkenning tussen de hervormde en de RK Kerk bestond en niet duidelijk was of de doop indertijd geldig was toegediend, gebruikte Alfrink de doopformule met de toevoeging: "Indien gij niet gedoopt zijt, dan doop ik u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest". 

Het veroorzaakte enorme beroering in de Nederlandse samenleving en politiek. Gevreesd werd dat de stap grote schade zou toebrengen aan de oecumene, maar het tegendeel gebeurde: prinses Irene zette zich sterk in voor verdere toenadering van de kerken en in 1967 leidde het intensieve oecumenische contact tussen de kerken tot wederzijdse dooperkenning.

Direct onder het altaar kun je via een opening tegenwoordig de sarcofaag zien waarin de resten van de heilige Paulus zich zouden bevinden. In 2009 vonden wetenschappers via een sonde door een kleine opening botresten, wierookkorrels en kostbaar paars en blauw textiel. De resten konden gedateerd worden tot de eerste of tweede eeuw. Het maakt de aanwezigheid van het apostelgraf op die plek heel aannemelijk.