Dominee Jurjen Zeilstra: 'De mooie én moeilijke dingen horen bij het leven'

Voor dominee Jurjen Zeilstra draait alles om balans. Hij gelooft dat je in het leven op twee benen moet staan: het ene been symboliseert het actieve leven, het andere been het terugtrekken in de stilte.

Jurjen Zeilstra is dominee en historicus met een passie voor mystiek. Hij gelooft dat je in het leven op twee benen moet staan om in balans te blijven: het ene been symboliseert het volle actieve leven en het andere been het terugtrekken in de stilte. In die stilte vangt hij soms een glimp op van het goddelijke, al is het maar héél even.

Als inspiratietekst neemt hij het mystieke gedicht ‘Het Kind’ mee van Martinus Nijhoff. Hij koos deze tekst al voor zijn leeslijst op de middelbare school: “Ik beloofde aan de vooravond van mijn achttiende verjaardag dat ik het kind in mezelf altijd zou blijven koesteren.”

Een portret van Jurjen Zeilstra
Een portret van Jurjen Zeilstra en Annemiek Schrijver

Jurjen groeide op in Ermelo. Zijn ouders werden in de jaren zestig lid van de evangelische beweging en lieten zich volwassen dopen. Er werd in tongen gesproken en aan gebedsgenezing gedaan. Jurjen vond het erg dogmatisch en werd in zijn pubertijd steeds kritischer. Toch merkte hij tijdens zijn studie geschiedenis dat hij vooral geïnteresseerd was in onderwerpen die met religie te maken hadden. Hij besloot theologie ernaast te studeren. Inmiddels ziet hij God als een open bron, waaruit iedereen kan putten op zijn of haar eigen manier.

Op palmzondag wil Jurjen Zeilstra ons meegeven dat de stille week voor Pasen meer diepgang krijgt als we stilstaan bij het lijden in de wereld. Want geen Pasen zonder Goede Vrijdag: “Wat ik zo mooi vind aan een christelijke begrafenis is dat we stilstaan bij het volledige reliëf van iemands leven. De mooie én de moeilijke dingen. Ze horen bij elkaar.”

Bekijk hier deze aflevering

De inspiratietekst van Jurjen Zeilstra

Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.

Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.

Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.

Maar toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.

En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist.

- Het kind en ik, Martinus Nijhoff